was een kanselarijbeambte van de Perzische koning Artaxerxes (waarschijnlijk Lengimanus, 464-424), speciaal belast met de regeling van joodse aangelegenheden. Hij liet zich naar Juda zenden met vérstrekkende volmachten voor een godsdienstige organisatie.
Hij ging naar Jerusalem met een groot geleide, soldaten en tempeldienaren en onder medeneming van geld en tempelvaten. Daar aangekomen, trad hij vooral op tegen de gemengde huwelijken.
Naar hem is een Bijbelboek genoemd, dat in de kanselarijtaal van het Perzische rijk, het Aramees, de oorkonden bewaart, die betrekking hebben op de wederoprichting van de joodse tempelstaat. Oorspronkelijk was dit Bijbelboek, met Nehemias, een voortzetting van Kronieken.
De reconstructie van de beschreven gebeurtenissen in chronologische volgorde is moeilijk: zelfs de opeenvolging van Esdras en Nehemias is dubieus. In de latere joodse traditie heeft Esdras een grote rol gespeeld: hij is de bewaarder van de Heilige Schrift, degene, die het vierkante Hebreeuwse schrift heeft ingevoerd enz.In de Septuaginta wordt het boek Esdras betiteld als II Esdras en Nehemias als III Esdras. Onder I Esdras verstond men een apocrief boek, dat eigenlijk geen nieuw boek is, maar alleen het slot van Kronieken en gedeelten van Esdras-Nehemias, vermeerderd met enkele toevoegingen. In de Vulgaat daarentegen heten de twee boeken Esdras-Nehemias achtereenvolgens I Esdras en II Esdras, terwijl de genoemde apocriefe Esdras als een niet-canoniek geschrift in een aanhangsel wordt geplaatst onder de naam III Esdras, tezamen met een IV Esdras, een apocalyptisch geschrift.