Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CHRYSOSTOMUS, Johannes

betekenis & definitie

(ca. 345-407), heilige, kerkvader, kerkleraar, sinds 397 patriarch van Constantinopel, was in eerste instantie man van de practische zielzorg en vooral predikant (vandaar zijn naam Chrysostomus, d.i. guldenmond). Als zodanig was hij reeds 12 jaar aan de hoofdkerk van Antiochië verbonden, voordat hij tot patriarch werd gekozen.

Zijn beroemdste exegetische homilieën dateren uit die tijd. Als patriarch trachtte hij verschillende misbruiken in de Kerk af te schaffen.

Daardoor maakte hij zich een aantal onverzoenlijke tegenstanders en toen hij zich ten gevolge van allerlei politieke intriges ook de haat van keizerin Eudoxia op de hals had gehaald, werd hij in 403 verbannen, maar wegens een ongeluk in het keizerlijk paleis de volgende dag reeds teruggeroepen. Na enkele maanden rust wisten zijn tegenstanders het volgend jaar opnieuw zijn verbanning van de keizer te verkrijgen.

Toen men hem om het contact met Constantinopel onmogelijk te maken naar het veraf gelegen Pityus wilde transporteren, is hij onderweg gestorven. Het grootste gedeelte van zijn werken —en voorzover wij weten is de omvang daarvan groter dan van enig ander schrijver uit het Oosten zijn homilieën, vooral exegetische.

Grote bekendheid geniet nog altijd zijn verhandeling over het priesterschap.

< >