Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 20-09-2018

Antropocentrisme

betekenis & definitie

Antropocentrisme beschrijft de neiging van de mens om zichzelf te beschouwen als de centrale en meest belangrijke entiteit in het universum. Daarmee samenhangend verwijst het naar de beoordeling van de werkelijkheid vanuit een exclusief menselijk perspectief.

Aristoteles (4e eeuw v.Chr.) ontwikkelde deze theorie tegelijk met die van het geocentrisme, een wetenschappelijke opvatting die stand hield tot de zestiende eeuw, volgens welke de aarde het centrum van het universum is. Antropocentrisme is in onze tijd een belangrijk concept op het gebied van milieu-ethiek en milieufilosofie, waar het vaak wordt beschouwd als de oorzaak van de problemen die ontstaan ​​door egoïstische menselijke interactie met de omgeving.

Antropocentrisme is het tegengestelde van theocentrisme (dat God centraal stelt), en binnen een andere context ook van het ecocentrisme (of biocentrisme) dat het leven en de natuur centraal stelt. Antropocentrisme is diep ingebed in vele moderne menselijke culturen en in onze bewuste handelingen.

Critici van het antropocentrisme wijzen erop dat deze visie mensen als gescheiden van en superieur beschouwt aan de natuur. Dat houdt het gevaar in dat alleen aan het menselijke leven waarde wordt gehecht, terwijl andere entiteiten (dieren, planten, minerale hulpbronnen, enzovoort) worden gereduceerd tot middelen die mogen worden gebruikt ten bate van de mensheid. Binnen de milieu-ethiek en de milieufilosofie wordt het antropocentrisme vaak beschouwd als de oorzaak van problemen die door menselijk handelen in de ecosfeer zijn veroorzaakt.