Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

zweten

betekenis & definitie

('zwe:tәn) (zweette, heeft gezweet)

1. zweet van zich geven: hij werkt dat hij zweet; ik zweet ervan, dat kost mij moeite. →: paard.
2. als zweet van zich geven: bloed -. →: etter, water.
3. hard zwoegen: ergens op -.
4. lastige vragen beantwoorden: de examinandi laten -.
5. vocht uitslaan: nieuwe muren -.
6. Jacht, bloeden: het haas heeft erg gezweet.