Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

Wereldoorlog, Tweede (1939-1945)

betekenis & definitie

I. OORZAKEN

Sedert de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was de toestand in Europa nimmer geheel normaal geworden. In zo goed als alle landen heerste een ekonomische malaise en op politiek gebied waren er „onverzadigde landen”. Duitsland eiste grondstoffen voor zijn industrie, verder koloniën, levensruimte en vrijheid van handelen, zonder nog verder gebonden te zijn door enig artikel van het „diktaat van Versailles”. Italië, dat benadeeld was geworden inzake kolonies, wilde meer dan „enige vierkante kilometers woestijn” en veroverde in 1938 Ethiopië, in 1939 Albanië. Duitsland bracht in 1938 de Anschluss van Oostenrijk en van het Sudetenland tot stand. Op 30 september 1938 deden Hitler, Chamberlain, Daladier en Mussolini te München een poging om de vrede in Europa te handhaven.

Het volgende jaar 1939 lijfde Duitsland Bohemen-Moravië als protektoraat in, herenigde het Memel-gebied met het Reich, maakte Slovakije tot een zelfstandige staat en liet Hongarije Roethenië aanhechten. Tegen het bezetten door Duitsland van Danzig en de Poolse corridor kwam Engeland op en sloot (3 april) een verdrag met Polen, waardoor het gewapende steun beloofde in geval van aanranding. Hierop antwoordde Hitler met de opzegging van het Duits-Poolse vriendschapsverdrag van 1934 en van het Duits-Engelse vlootverdrag van 1935. Het optreden van Engeland en van zijn bondgenoot Frankrijk werd in Duitsland als het opstellen van een omsingelingsfront beschouwd. Ondertussen gaven de Geallieerden garanties aan Roemenië en Griekenland, sloten een verdrag van wederzijdse bijstand met Turkije en verzamelden een groot leger in het Nabije-Oosten onder generaal Weygand. Duitsland van zijn kant ging 23 augustus een non-agressiepakt aan met Rusland waardoor het, in geval van oorlog, gedekt was in het oosten.

Opperbevelhebbers van het Duitse leger waren Von Brauchitsch (1938-1941) en sindsdien Hitler zelf. De Organisation Todt richtte in Duitsland de Westwal op en in de bezette gebieden verschillende verdedigingswerken o. a. de Atlantische Wal langs de kust van de Atlantische Oceaan. Aan de kant der Geallieerden waren Churchill en Eden, later ook Stalin en Roosevelt, de grote stuwkrachten.

II. KRIJGSVERRICHTINGEN

1. In het Oosten tot 22 juni 1941. De 1ste september 1939 overschreden de Duitse troepen de Poolse grenzen en weldra kon men drie fronten onderscheiden : één ten zuiden van de corridor die, evenals Danzig, na korte tijd werd ingenomen; één ten zuiden van Oost-Pruisen, waar de vooruitgeschoven troepen spoedig de Weichsel bereikten, en een derde in Silezië. De 6de september stonden de Duitsers op 30 km afstand van Warschau, dat herhaaldelijk hevig werd gebombardeerd. De 13de september werd Krakau in het zuiden, de 14de Gdingen (Gdynia) in het noorden genomen. Inmiddels ging de strijd voort rondom Warschau, terwijl duizenden vluchtelingen een toevlucht zochten in Roemenië. Oostwaarts bereikte de voorhoede van het uit Oost-Pruisen oprukkende leger de 15de september de buitenforten van Brest-Litovsk en in het zuiden werd de opmars naar de Oekraïne voortgezet, zodat Warschau zich in een grote zak bevond, die ieder ogenblik dreigde te worden afgesneden. Toen kwam de inval der Russen de tegenstand der Polen breken. Rusland zag zich gedwongen, zo zeide het, voor de verzekering van zijn belangen en ter bescherming van de Witrussische en Oekraïnische minderheden, in Oost-Polen zijn troepen over de grens te zenden (17 september). De Russische legers rukten snel op en kwamen in verbinding met de Duitse troepen. De 27ste september moest ook Warschau zich overgeven. Hierdoor was de oorlog in Polen, afgezien van de strijd tegen kleine verspreide afdelingen, geëindigd. De 29ste september werd de grens tussen het door Duitsland en het door Rusland bezette gebied vastgelegd (5de verdeling van Polen). Zie verder 7.
2. In het Westen tot 10 mei 1940. Ten gevolge van de onzekere internationale toestand kondigden de 28ste augustus Nederland en Zwitserland de algemene mobilizatle af en riep men in België de reserve gedeeltelijk op. Tot 10 mei 1940 werd de oorlog in het westen gevoerd, doch zonder grote bedrijvigheid, te land op zee en in de lucht. Hier hadden niet alleen gevechten plaats, maar werd ook door de radio een hevige propaganda gevoerd.
a. Te land. Aan beide zijden van de Duits-Franse grens bevonden zich twee geweldig versterkte linies, nl. de Maginot-linie, de basis van de Franse verdediging en de Westwal of Siegfried-linie, die de Duitsers daartegen hadden opgericht. Britse troepen werden naar Frankrijk overgebracht. In het westen zelf werden, gedurende de zeven eerste maanden van de oorlog, alleen gevechten tussen de voorposten geleverd. Het „Duitse vredesoffensief”, dat na de vernietiging van Polen loskwam, werd door de geallieerde landen afgewezen en alles liet vermoeden dat de Duitsers toen op het punt stonden tot het offensief over te gaan. De 7de november 1939 richtten koning Leopold III van België en koningin Wilhelmina der Nederlanden een telegram tot de staatshoofden der oorlogvoerende landen om hun goede diensten aan te bieden bij het zoeken naar een grondslag voor een billijke vrede. De volgende dag had te München een bomaanslag plaats op Hitler; deze mislukte omdat de Führer onverwacht vroeg vertrokken was. De 10de en 11de november was de spanning het hoogst in de Nederlanden, omdat gevreesd werd dat, ten gevolge van de aanzienlijke troepenkoncentraties langs de grenzen, de Duitsers van plan waren door onze streken naar Frankrijk op te rukken. Nieuwe voorzorgsmaatregelen werden genomen o. a. werden meer versperringen aangelegd, de inundaties in Nederland uitgebreid, troepen verplaatst enz. Doch weldra was de rust weer hersteld. De 27ste november begonnen de Russen de oorlog tegen →: Finland. In België en Nederland had op 13 januari 1940 een nieuw alarm plaats. Uit Amerika kwam Sumner Welles, in naam van Roosevelt, poolshoogte nemen over een mogelijke vredesaktie. Toen begon een wachtpoos in de oorlog met het vooruitzicht dat deze in de lente eerst recht zou losbarsten.
b. Op zee. Tegenover de Engelse blokkade hadden de Duitsers al dadelijk de duikbootoorlog ingezet. Torpederingen van betekenis waren o. a. die van het passagiersschip Athenia (4 sept. 1939) en van Engelse oorlogsbodems in de marinebasis van Scapa Flow (o. a. 14 okt.). De Engelsen trachtten hun koopvaardijvloot te beveiligen door het invoeren van het konvooistelsel en zij boden de neutralen aan om ook daarvan gebruik te maken. Dit vatten de Duitsers als neutraliteitsschending op. Mijnen werden door beide partijen gelegd en menig neutraal schip werd daar het slachtoffer van. Ook moesten de neutrale handelsschepen voor onderzoek door de Engelse regering in de rede van Duins blijven liggen. Om de blokkade te verscherpen legden de Duitsers „magnetische mijnen” in de Engelse wateren, waarop Engeland de Duitse blokkade uitbreidde door het stopzetten van de Duitse uitvoer onder neutrale vlag. De 14de december werd de Duitse vestzakslagkruiser Graf von Spee door Britse kruisers in een zeeslag bij de monding van de Rio de la Plata gedwongen een toevlucht te zoeken in de haven van Montevideo, waar hij door de eigen bemanning tot zinken werd gebracht.

WERELDOORLOG, TWEEDE (1939-1945)

c.In de lucht.

Aan het westelijk front bleef de aktiviteit tot verkenningsvluchten en daarbij horende luchtgevechten beperkt. De Duitse vliegers waren zeer aktief boven de Noordzee en Engels gebied o. a. boven de marinebasissen in Schotland, terwijl Engelse vliegtuigen Helgoland en verschillende gedeelten van Duitsland met bommen bestookten en miljoenen biljetten over het Duitse land uitstrooiden. Ook door de eter werd hevig propaganda gevoerd. Zie verder 4.

3. In het Noorden.

Na het gebeurde met het Duitse tankschip de Altmark, dat in de Noorse territoriale wateren werd aangevallen door een torpedojager der Engelsen, die aan boord zijnde Britse krijgsgevangenen bevrijdden, legden de Engelsen mijnen in de Noorse wateren, waarlangs ook ertsuitvoer uit Noord-Zweden naar Duitsland geschiedde. Hierop bezette Duitsland (9 april 1940) Denemarken en in Noorwegen, Oslo en verschillende andere havens o. a. Bergen, Drontheim, Narvik. De Denen boden geen weerstand. De Noren vroegen en ontvingen hulp van de Engelsen en Fransen, die troepen ten noorden en ten zuiden van Drontheim en bij Narvik ontscheepten. Toen de Duitsers van uit Oslo Drontheim waren genaderd, werden de geallieerde troepen teruggetrokken behalve uit Narvik, waar zij bleven totdat Noorwegen, gedwongen door gebrek aan levensmiddelen, zich aan de Duitsers moest overgeven (9 juni 1940).

In 1941 toen de Duitsers de oorlog aan Rusland verklaarden, schaarden de Finnen zich aan hun zijde. Zij bezetten Russisch gebied ten oosten van de Finse grens doch het kwam niet tot grote ondernemingen of slagen. Na vergeefse vredesonderhandelingen in de lente van 1944, drongen de Russen over de Karelische Landengte Finland binnen en doorbraken de Mannerheim-linie. De 18de aug. werd een Fins-Russische wapenstilstand gesloten. Einde okt. bezetten de Russen Petsamo en drongen tot in het noorden van Noorwegen door. Omstreeks 1 maart 1945 verklaarden de Finnen de oorlog aan Duitsland.

De 4de mei gaven zich de Duitsers in Denemarken (evenals in Noordwest-Duitsland en Nederland) over. In Noorwegen eindigde de oorlog met de algemene Duitse kapitulatie 7 mei.

4. In het Westen sinds 10 mei 1940.

Op vrijdag 10 mei trokken de Duitse troepen over de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse grenzen. Nederland bood tegenstand, maar moest, na het bombardement van Rotterdam, weldra kapituleren. Het fort Eben-Emaal aan het Albert Kanaal in België, werd spoedig onbruikbaar gemaakt en het kanaal overschreden. Ondertussen waren de Duitsers bij Sedan door de Franse linies heen gebroken en begonnen hun „snelle stoot” door Noord-Frankrijk naar Calais. De 2de en 3de linie der Belgen hield niet lang stand tegen de geweldige Duitse druk. Toen, ten gevolge van het bereiken der Kanaalkust door de Duitsers, de Belgische, Engelse en Franse legers waren ingesloten, had de grote Slag van Vlaanderen plaats die eindigde met de overwinning der Duitsers.

Koning LEOPOLD gaf zich 28 mei met zijn leger over ; de Engelse en Franse troepen bleven voortvechten om de aftocht der Engelsen uit Duinkerken en die der Fransen naar Zuid-Frankrijk te dekken. Wel poogden andere Franse troepen aan de Somme de Duitsers, die meer en meer in Frankrijk oprukten, tegen te houden, maar de,, Weygand-linie” bezweek en de grote slag in Frankrijk, door de Fransen verloren, maakte voor de Duitse legers de weg naar Parijs vrij. Toen (11 juni) trad Italië ook in de oorlog aan de zijde van Duitsland. Parijs viel de 14de juni in de handen van de Duitsers en weldra vroegen de Fransen om een wapenstilstand, terwijl duizenden vluchtelingen in Zuid-Frankrijk en Spanje een onderkomen zochten Te Rhetondes, in dezelfde spoorwegwagen waarin de Fransen in 1918 de Duitse parlementairen hun wapenstilstandsvoorwaarden hadden opgelegd, moesten zij de Duitse voorwaarden voor een wapenschorsing in ontvangst nemen. Die voorwaarden waren :

1) bezetting door de Duitsers van Noord Frankrijk en een kuststrook in het westen ;
2) demobilizatie en ontwapening van het Franse leger, behalve van de troepen, nodig voor het handhaven van de orde in het binnenland ;
3) uitlevering van oorlogsmateriaal;
4) demobilizatie en ontwapening onder Duits en Italiaans toezicht, van de Franse oorlogsvloot, behalve het gedeelte nodig voor de verdediging van het Franse koloniale rijk ;
5) de Franse handelsschepen mogen niet uitvaren tenzij met verlof van de Duitse en Italiaanse regeringen ;
6) de Franse vliegvelden in het onbezette gebied worden door Duitsland en Italië bewaakt;
7) radiouitzendingen in het bezette gebied zijn aan een biezondere regeling onderworpen.

Ook met de Italianen, die in Savoje de Franse grens hadden overschreden, moesten de Fransen een apart wapenstilstandsverdrag sluiten. Dit omvatte :

1) demilitarizatie van grensstroken in Frankrijk, Algerië, Tunesië, Libië en van Frans-Somaliland, waar Italië Dzjiboeti bezet en vrij vervoer krijgt over de spoorweg naar Addis Abeba;
2) bezetting door Italië van de militaire basissen Toulon, Ajaccio, Oran en Bizerte.

Ondertussen gingen de Duitsers verder met Frankrijk te veroveren. De Maginot-linie werd ingenomen, Verdun (16 juni) en zelfs Lyon bezet. De 25ste juni waren de onderhandelingen met Duitsland en Italië geëindigd en werd de wapenstilstand getekend. Toen begon langzamerhand de stroom van Franse (3 miljoen) en Belgische (1 miljoen) vluchtelingen naar huis terug te keren. Van september 1940 af werd Engeland inz. Londen hevig door de Duitsers gebombardeerd, wat Engelse tegenaanvallen uit de lucht op Duitsland ten gevolge had.

De 11de dec. 1941 verklaarden Duitsland en Italië de oorlog aan de Verenigde Staten. Toen werd de duikbootoorlog door de Duitsers sterk opgevoerd en veel geallieerde schepen verdwenen in de golven tijdens de „Slag op de Atlantische Oceaan”, vooral in 1942 en 1943. De 19de aug. 1942 landden de Engelsen bij Dieppe, maar moesten zich na enkele uren terugtrekken. In oktober 1943 bezetten de Geallieerden de Azoren. In de lente van 1944 hadden geweldige bombardementen plaats door de Anglo-Amerikaanse vliegers niet alleen, zoals vroeger op Duitse steden, maar ook op spoorwegknooppunten in de door Duitsland bezette gebieden inz. in Noord-Frankrijk en in België. Hierop volgde 6 juni 1944 de inval der Geallieerden in het westen.

Zij landden in Normandië aan de Seine Baai, vestigden er een bruggehoofd en veroverden Cherbourg (27 juni) en Caen (9 juli). Bretagne was begin augustus bijna geheel bezet door de Amerikaanse troepen, die de Loire bereikten en ze in zuidelijke richting overstaken. De 15de augustus landden Amerikaanse, Engelse en Franse strijdkrachten op de Middellandse-Zeekust van Frankrijk. Bij Falaise (ten Z. O. van Caen) behaalde MONTGOMERY, in een veldslag die sedert begin augustus woedde, een beslissende overwinning. Toen begonnen de Geallieerden (o. a. ook om de beschieting van Londen en Zuid-Engeland met vliegende bommen uit Noord-Frankrijk te doen ophouden) een bliksemoorlog, splitsten de Duitse legers in kleine groepen, vernietigden die, sloegen ze op de vlucht of maakten ze gevangen, terwijl de Binnenlandse Strijdkrachten in de steden en elders de Duitsers te lijf gingen.

Weldra waren de Franse steden Toulouse (21 aug.), Parijs (25 aug.), Marseille, Toulon, Bordeaux, Rouen, Reims enz. bevrijd en naderden de Anglo-Amerikanen de Belgische grens. Brussel werd 3 sept. bevrijd en in de loop van dezelfde maand werden de andere steden o. a. Antwerpen, Gent, Charleroi, Luik enz. van de vijand gezuiverd. De Duitsers hielden zo lang mogelijk stand langs een linie, niet ver van het Rijk, gevormd door de Moezel, de Maas, het Albert Kanaal en andere kanalen in Noord-België. In Frankrijk werden Le Havre en Calais (30 sept.) door de Geallieerden veroverd. De 17de sept. deden Anglo-Amerikaanse luchtstrijdkrachten een grootscheepse inval in het zuiden van Nederland.

De 20ste sept. werd Eindhoven bevrijd, kort daarop Nijmegen en de 24ste bereikten de Geallieerden de Rijn bij Arnhem, maar konden zich, niettegenstaande het afwerpen van parachutetroepen, aan de overkant niet handhaven. Ondertussen hadden zij de Duitse grens op verschillende punten overschreden en de 21ste okt. viel Aken in hun handen Begin november was België, evenals de oevers van de Schelde-monding bevrijd. Antwerpen werd de grote doorvoerhaven der Geallieerden naar het front, doch een half jaar lang, werd het vreselijk door Duitse vliegende bommen geteisterd. De 19de nov. bereikten de Franse troepen de Rijn ten N. van Bazel en zuiverden, de volgende maanden, Elzas-Lotharingen van de vijand. Deze brak onder VON RUNDSTEDT, einde dec. door het geallieerde front tussen Sankt-Vith (in de prov. Luik) en Echternach (in het Groothertogdom Luxemburg) en rukte vooruit tot aan de Maas bij Dinant, maar werd toen teruggedreven (von Rundstedt-offensief).

Kort daarop begonnen de Gealieerden hun eigen offensief ten Z. O. van Nijmegen. Zij bereikten op 10 feb. 1945 de Rijn, werden enige tijd opgehouden voor de Nederlandse Roer, maar veroverden in de maand maart, in zeer vlug tempo, het gebied ten W. van de Rijn met de grote steden Krefeld-Oerdingen, München-Gladbach, Trier, Keulen (6 maart), Bonn, Krefeld, Saarbrücken, Mainz en Ludwigshafen. De 7de maart trokken zij over een onbeschadigde brug bij Remagen (tussen Bonn en Koblenz) Van 23 tot 24 maart had de ,.grote overtocht” over de Rijn plaats, ook met marine- en luchtstrijdkrachten, niet ver van de Nederlandse grens, tegenover het Ruhr-gebied. Toen begon de bliksemtocht der Geallieerden naar Berlijn. In het N. trokken zij om het Ruhr-gebied heen, dat 18 apr. geheel van Duitse troepen was gezuiverd.

Langs Hannover en Brunswijk rukten zij verder tot over de Elbe (12 apr.). Ondertussen drongen andere afdelingen naar het W. door om Nederland boven de grote rivieren te bevrijden. Zij forceerden de IJsel-linie, veroverden Arnhem (14 apr.), trokken naar het N., waar zij Groningen 17 apr. bezetten en kort daarop de Noordzee bereikten. In Noord-Duitsland werden de havens Bremen (2(5 apr), Lubeck (2 mei) en Hamburg (3 mei) veroverd In Midden-Duitsland ging de tocht der geallieerde legers over Kassei naar Saksen, waar zij 17 apr. Leipzig innamen, en verder naar Tsjechoslovakije. In Zuid-Duitsland werd door de Amerikanen over Frankfort doorgestoten tot Neurenberg (20 apr.) en Munchen (30 apr.), terwijl de Fransen het Zwarte Woud van de vijand zuiverden en weldra de Zwitserse grens bereikten.

Middelerwijl waren de geallieerde en de Russische legers samengekomen te Torgau (N. O. van Leipzig) de 26ste april en hadden aldus Noord- en Zuid-Duitsland gescheiden. En toen de Russen 2 mei Berlijn hadden bezet (zie 7), waren de Duitsers overwonnen.

5. In het Zuiden.

Ook in de Middellandse Zee, in de Rode Zee en in de om die zeeën gelegen landen hadden krijgsverrichtingen plaats. Onder andere vielen Britse slagschepen voor Mers-el-Kebir (ten W. van Oran) Franse oorlogsbodems aan, die geweigerd hadden zich bij ben te voegen, waarop Frankrijk de diplomatieke betrekkingen met Engeland afbrak. Gibraltar werd door de Italiaanse en de Franse luchtmachten, Malta, Haifa en Alexandrië herhaaldellijk door de Italiaanse en later door de Duitse luchtvloot gebombardeerd. De Italianen veroverden in 1940 Brits-Somaliland, dat echter in 1941 door de Britten werd heroverd. Ook van uit Libië drongen de Italianen Egypte binnen. Een poging van de Franse generaal DE GAULLE om, met behulp der Engelsen, Dakar in Frans-West-Afrika, van de zee uit, te bezetten, werd door de Franse troepen aldaar verijdeld.

Op 27 september 1940 kwam een Driemogendhedenpakt tussen Duitsland, Italië en Japan tot stand, waardoor die mogendheden eikaars levensruimten waarborgden. In 1940 traden Roemenië, Hongarije, Slovakije, in 1941 Bulgarije en Kroatië tot dat pakt toe In november 1940 begon Italië, dat militaire bases verlangde in Griekenland, de oorlog tegen dit land De Engelsen bezetten daarop Kreta. In dezelfde maand veroverde DE GAULLE, met behulp de Engelsen, de Franse kolonie Gaboen. Einde 1940 en begin 1941 bezetten de Britten van uit Egypte Cyrenaica doch werden door de Duitse en Italiaanse troepen kort daarop weer terug over de Egyptische grens gedreven. Tobroek echter bleef door de Britten bezet. Ondertussen was Italiaans-Oost-Afrika groten deels door de Engelsen veroverd.

In 1941-1942 rukten de Britten opnieuw Libië binnen tot aan de Golf van Sydra, maar werden door de Duits-Italiaanse troepen onder ROMMEL weer teruggeslagen. Op 21 juni 1942 veroverden deze laatsten Tobroek en rukten in snel tempo vooruit tot El Alamein, niet ver van Alexandrie ; in de herfst weken ze echter voor de Britse troepen tot in Tripolitanie terug, De 8ste november 1942 landden de Amerikanen onder EISENHOWER in Algerië en Marokko. Hierop bezetten de Duitsers en de Italianen Tunesie, de zuidkust van Frankrijk (behalve de oorlogshaven Toulon) en Corsica. Toen, een paar weken later, de Franse oorlogsvloot aanstalten maakte om zich ten dienste der Amerikanen te stellen, bemachtigden de Duitsers Toulon, waar de Fransen hun vloot grotendeels tot zinken brachten. Naast Algerië en Marokko, stelde Frans-West-Afrika zich onder de bescherming der Amerikanen, terwijl DE GAULLE, samen met de Engelsen, Frans-Somaliland in bezit nam. De Britse troepen in Libië drongen Rommels legers meer en meer naar bet westen en trokken 23 jan. 1943 Tripoli binnen.

Kort daarop bereikten de Duits-Italiaanse troepen Tunesië, waar zij, na een korte strijd tegen de Amerikanen, zich met de nieuw aangekomen Astroepen verenigden. In Tunesie werd hevig gevochten totdat, juist 6 maanden na de komst der Amerikanen nl. op 7 mei 1943, Tunis en Bizerte werden veroverd. Midden mei was de veldtocht in Noord-Afrika geëindigd ; einde mei sloot zich de voor Alexandrië geankerde Franse vloot bij de Anglo-Amerikanen aan. Dezen bezetten de Italiaanse eilanden Pantellaria (11 juni) alsmede Lampedusa enz. de volgende dagen. De 10de juli vielen de Geallieerden Sicilië van het zuidoosten aan ; de 25ste trad MUSSOLINI af als hoofd der regering ; midden augustus was geheel het eiland veroverd. De 3de september landden de Anglo-Amerikanen in Zuid-Italie en de 8ste gaf zich de Italiaanse regering BADOGLIO onvoorwaardelijk over.

MUSSOLINI werd gevangengezet op de Gran Sasso d’Italia, doch door de Duitsers bevrijd. De Badoglio-regering en de koninklijke familie vluchtten uit Rome, dat door de Duitsers werd bezet. Kort daarop vormde MUSSOLINI een republikeins-fascistische regering met haar zetel in Noord-Italië. Ondertussen hadden de Geallieerden geheel de zuidelijke helft van Italië veroverd en landden 22 jan. 1944 bij Nettuno, ten zuiden van Rome. Na harde gevechten o. a. bij Cassino kwamen de troepen van Nettuno in verbinding met het Zuiditaliaanse leger (mei). Nu rukten de Geallieerden snel voorwaarts en bezetten 4 juni Rome terwijl de Duitsers zich naar het noorden terugtrokken.

Begin okt. was de Gotenlinie, gevormd door de Apennijnen ten N. van Florence, de laatste hindernis vóór de Po Vlakte, door de Geallieerden doorbroken. Het duurde tot in de lente van 1945 eer de geallieerde legers de Po Vlakte bereikten. De Anglo-Amerikanen kwamen uit het zuiden, bezetten Bologna (21 apr.), veroverden, vóór het einde van de maand, met behulp der Italiaanse patriotten, de gehele Po Vlakte en dwongen de vijand tot onvoorwaardelijke kapitulatie, die 29 apr. werd ondertekend. Hierdoor nam de veldtocht in Noord-Italië en ook in het Oostenrijkse Alpengebied, dat onder dezelfde Duitse opperbevelhebber ressorteerde, een einde. Ondertussen waren Franse troepen uit het westen op Italiaans gebied doorgedrongen en Joegoslavische in het oosten. Deze laatsten bezetten Triëst 2 mei.

6. In het Zuidoosten.

In 1940 sloten Slovakije, Roemenië en Hongarije, 1941 ook Bulgarije, Kroatië en Joegoslavië bij het Duitse Driemogendhedenpakt aan. Dadelijk na het aansluiten van de Joegoslavische regering, kregen oppositie-elementen te Belgrado de overhand. De prins-regent PAUL, die tot dan toe geregeerd had voor de minderjarige PETER, moest vluchten en PETER II werd tot koning uitgeroepen. Na enkele dagen rukten de Duitsers van uit Bulgarije, Griekenland binnen, sneden de Griekse troepen, die zich in West-Thracië bevonden, van de rest van het leger af en veroverden Thessaloniki. Ondertussen trokken andere Duitse troepen naar het westen en brachten weldra, bij het Orchida Meer, de verbinding tot stand met de Italiaanse troepen die in Albanië opereerden. In het noorden van Joegoslavië bezetten de Hongaren de provincie Volvodina, terwijl Kroatië de Duitse en de Italiaanse soldaten met vreugde ontving en zijn onafhankelijkheid uitriep.

Na een hevig bombardement viel Belgrado en stortte het Servische leger ineen. Thans rukten de Duitsers verder op in Griekenland, bezetten de Olumpos, forceerden de Thermopylen en hadden, na enkele dagen, Athene in handen, terwijl het Engelse leger ijlings inscheepte en Duitse parachutisten, die op de Landengte van Korinthe neerkwamen, aan de Griekse en Engelse troepen de terugtocht naar Morea afsneden. Dit schiereiland was spoedig geheel door de Duitsers bezet. Later werd ook Kreta door hen en de Italianen op de Engelsen en de Grieken veroverd. In mei 1941, toen het in Irak tussen dat land en Engeland tot moeilijkheden gekomen was, kreeg Duitsland verlof van Frankrijk om Syrische luchthavens te gebruiken. De volgende maand begon DE GAULLE, wederom gesteund door de Engelsen, zijn aktie tegen Syrië dat in juli geheel was veroverd.

De 23ste aug. 1944 sloot Roemenië een wapenstilstand met de Russen die o. a. Ploesti, het petroleumcentrum, en Boekarest bezetten. De 29ste aug. trokken zij over de Karpaten Hongarije binnen, dat zij met de Roemenen (die Transsylvanië wilden terugkrijgen) bezetten. De 7de sept. verklaarde Rusland de oorlog aan Bulgarije, dat dadelijk om vrede vroeg en zelf mede ging vechten tegen Duitsland. De Russen deden 15 sept. hun intrede in Sofia. Griekenland, waar Athene 14 okt. werd bevrijd, was begin nov. geheel van Duitsers gezuiverd.

In Joegoslavië werd de 18de okt. de hoofdstad Belgrado veroverd. Omstreeks 1 maart 1945 verklaarden Turkije en de leden van de nieuwe Arabische Statenbond nl. Egypte, Saoedisch-Arabië, Transjordanië, Syrië en de Libanon, alsmede Irak de oorlog aan Duitsland en Japan.

7. In het Oosten sinds 22 juni 1941.

De 22ste juni 1941 begonnen de Duitsers hun strijd tegen de Russen. Zij werden daarbij geholpen door Finse, Slovaakse, Roemeense en Italiaanse troepen. Een gedeelte der Duitse strijdkrachten trok naar het noorden, bezette de vroegere Baltische Staten en bedreigde weldra St.-Petersburg. De centrale legers trokken naar het oosten. In het zuiden heroverden Roemeense en Duitse troepen Bessarabië en stonden weldra voor Kiëv. Tot einde 1941 werden zeven grote veldslagen geleverd nl. die van Bialystok-Minsk, van Smolensk, van Oeman, van Gomel, van Kiëv, aan de Zee van Azov en tussen Briansk en Viazma.

Einde september viel Kiëv, 16 okt. Odessa dat aan de Roemenen werd geschonken. Vóór de winter waren St.-Petersburg en Sebastopol omsingeld en bedreigden de Duitse troepen Moskou. In mei 1942 had een grote slag plaats bij Kharkov en verdreven de Duitsers de Russen uit het schiereiland Kertsj. De 1ste juli viel Sebastopol en begon het tweede grote Duitse offensief tegen de Russen. De Duitse troepen bezetten geheel het gebied ten westen van de Don en bereikten op meer dan één plaats de Volga, waar zij Stalingrad grotendeels veroverden.

In het zuiden kwamen zij tot aan de Kaukasus, bemachtigden de Elbroes, de hoogste top , ervan, en drongen door naar het westen tot bij Toeapse, in het oosten tot bij Groznyi. Door hun tweede winteroffensief (1942-1943) heroverden de Russen Stalingrad (3 feb 1943) alsmede terrein tussen Don en Donetz met de steden Voronesj, Koersk, Kharkov en Rostov. Kharkov werd door de Duitsers opnieuw bezet 14 maart 1943. In de lente van datzelfde jaar liep het front van Leningrad tot Taganrog. Sedert het begin van hun zomeroffensief in 1943 rukten de Russen steeds verder op naar het westen. Na Kharkov op 23 aug. weer ingenomen te hebben, dreven zij een wig in het door de Duitsers bezette gebied naar Kiëv toe.

Zij bereikten weldra de Dnjepr en heroverden achtereenvolgens Smolensk, Zaporosjië, Dnjepropetrovsk, Kiëv (6 nov.) en Gomel. Ook het Koeban-bruggeboofd moesten de Duitsers aan de Russen overlaten, doch de Krim bleven zij bezetten tot na de ontruiming van Sebastopol (10 mei). In het eerste kwart van 1944 overschreden de Russen de vroegere oostelijke grens van Estland, van Polen, van Tsjechoslovakije en van Roemenië. Odessa was 10 april weer in het bezit der Russen. Toen dezen , in maart de Djnestr waren overgestoken, bezette Duitsland Hongarije. Op 22 juni 1944, de derde verjaardag van het begin van de oorlog tussen Duitsland en de Russen, zetten dezen hun zomeroffensief in bij Vitebsk, de meest oostelijke hoekpijler in het Duitse verdedigingsyssteem.

Zij namen Vitebsk (27 juni), Minsk (3 juli) en Vilna (14 juli). In juli en in de eerste helft van augustus werd er hevig gevochten in (het vroegere) Polen, waar Lublin (24 juli), de 26ste Bialystok en Lemberg, de 28ste Brest-Litovsk in Russisch bezit kwamen, terwijl in de Baltische Staten Dunaburg (27 juli) en Kovno werden veroverd en de Oostzee aan de Golf van Riga werd bereikt. De Russen waren aan de grens van Oost-Pruisen de 18de aug. Begin 1945 begonnen zij hun winteroffensief, veroverden vlug Warschau (17 jan.), Krakau, Lodz, bezetten geheel Polen en Silezië ; sneden Oost-Pruisen van het Rijk af, bereikten de Oder en overschreden ze op verschillende punten. In Hongarije werd de regent HORTHY, die midden oktober 1944 vrede had willen sluiten met de Geallieerden, door de Duitsers ontvoerd ; op het einde van het jaar sloot het grootste gedeelte van het land, dat door de Russen was bevrijd, vrede en de 13de feb. 1945 was Boedapest van de Duitsers gezuiverd. Ondertussen drongen de Russen meer en meer door in Slovakije en bezetten de hoofdstad Bratislava 4 apr.

De 9de van die maand was Koningsbergen, de 13de Wenen door de Russen bezet. Einde april begonnen ze de verovering van Berlijn dat na acht dagen was omsingeld en 2 mei in hun handen viel; Stettin hadden ze reeds 26 april genomen. De 6de mei had een opstand tegen de Duitsers plaats te Praag en de 7de tekenden deze laatsten hun kapitulatie te Berlijn.

8. In het Verre-Oosten.

De 8ste december 1941 begon Japan de oorlog tegen het ABCD-blok d. i. Amerika (V. St.), (Groot-)Brittannië, China (Tsjoenking-) en de Dutch-Indies (Ned.-Oost-Indië). De strategische positie van dit blok inz. van Engeland, berustte grotendeels op de driehoek HongkongSingapore-Port Darwin. De Japanners bombardeerden de Hawaiï Eilanden, waar een groot gedeelte der Amerikaanse vloot te Pearl Harbour werd vernietigd, terwijl Engelse schepen bij Singapore tot zinken werden gebracht. Zij bezetten de internationale koncessies te Tiëntsin, Sjangai en Kanton ; omsingelden Hongkong dat zich 19 december overgaf; landden op het Schiereiland Malaka dat begin 1942 was bezet; verkregen van Thailand verlof om dit land van de Britse troepen te zuiveren en bedreigden weldra Singapore.

Dit gaf zich 15 feb. 1942 over. Ondertussen landden andere Japanse troepen op de Filippijnen, waar de hoofdstad Manila 2 januari 1942 viel. De twee andere staten, Duitsland en Italië, die het Driemogendhedenpakt hadden ondertekend, verklaarden eveneens de oorlog aan de Verenigde Staten. De Portugese helft van het eiland Timor werd door Australische en Nederlandsindische troepen bezet. Middelerwijl gingen de Japanners door met het in bezit nemen van verschillende Britse en Noordamerikaanse eilanden in Oceanië, landden op Nieuw-Guinea en bezetten, na de zeeslagen bij Batavia en Soerabaja, geheel Nederlands-Indië. Batavia viel 15 maart 1942.

Begin 1942 verklaarde Thailand eveneens de oorlog aan de Verenigde Staten en Engeland. Na de verovering van het schiereiland Malaka vielen de Japanners de Britse kolonie Birma aan. Rangoon werd 8 maart 1942 bezet, Mandalay twee maanden later. In Australië werd Port Darwin verschillende keren gebombardeerd. De Australiërs verzochten de Amerikanen om hulp en deze stuurden de Gaulle die met zijn troepen op Nieuw-Caledonië landde. In mei had een grote zeeslag plaats in de Koraal Zee en bezetten de Engelsen de haven Diëgo Suarez aan de noordpunt van Madagaskar.

Dit Franse eiland werd later geheel bezet door de Britten die 23 sept. 1942 de hoofdstad Tananarivo innamen. Ook het eiland Réunion, eveneens Frans, werd door hen bemachtigd. In dezelfde maand had een andere grote zeeslag plaats bij de Midway Eilanden, bombardeerden de Japanners de haven Dutch Harbour op een der Aleoeten en bemachtigden verschillende steunpunten voor de vloot op die eilanden. In 1942 en 1943 werden, bij de Salomons Eilanden, verschillende zeeslagen geleverd tussen Amerikanen en Japanners. Begin 1943 verklaarde China (Nanking) de oorlog aan Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In februari bezetten de Japanners het Franse pachtgebied Kwangtsjou in China.

De Verenigde Staten veroverden in 1943-1944 enkele door de Japanners bezette eilandengroepen, o. a. de Bismarck Archipel, de Salomons Eilanden, de Gilbert Eilanden, gedeelten van de Marshall Eilanden, van de Marianen en van oostelijk Nieuw-Guinea, bombardeerden herhaaldelijk, vooral sedert begin 1945 de hoofdstad Tokio en Kioesjioe, het meest zuidelijke eiland van eigenlijk Japan, en landden op Okinawa, een der Rioe Kioe Eilanden. De 25ste februari was Manila, de hoofdstad der Filippijnen, en een gedeelte van die eilanden in Amerikaanse handen. In Frans-Indochina namen de Japanners, begin maart, zelf het bestuur in handen, omdat zij de Franse autoriteiten niet langer vertrouwden. De 5de april werd het neutraliteitspakt, dat Rusland 1941 met Japan had gesloten, door eerst genoemde mogendheid opgezegd. De 30ste april landden Australische en Nederlandse troepen op het eiland Tarakan en heroverden een gedeelte van Noord-Borneo. In Birma viel 3 mei de hoofdstad Rangoon in geallieerde handen.

Toen, na maanden harde strijd, Okinawa geheel in het bezit der Amerikanen was, hadden dezen, een nieuwe, dichter bij eigenlijk Japan gelegen basis voor hun bombardementen die steeds veelvuldiger en heviger werden. Ook vele Japanse konvooien, die naar de bezette gebieden voeren, werden door de Amerikanen gekelderd. De 6de aug. vernielde de eerste atoombom grotendeels Hirosjima, de 9de verklaarde Rusland de oorlog aan Japan en drong bliksemsnel in Mantsjoerije door. De 14de aug. kapituleerde Japan.

EINDE De 4de mei 1945 gaven de Duitse troepen in Noordwest-Duitsland, Nederland en Denemarken zich onvoorwaardelijk over. De kapitulatie werd , 7 mei te Reims en 9 mei definitief te Berlijn getekend. Met Japan werd de wapenstilstand 3 sept. 1945 op een schip in de Baai van Tokio door Japanse vertegenwoordigers en door MAC ARTHUR als opperbevelhebber in naam van de Verenigde Staten ondertekend. In 1947 werden vredesverdragen met Bulgarije, Finland, Hongarije, Italië en Roemenië gesloten.

Om Duitsland te verpletteren beschikte EISSNHOWER over 91 divisies, waarvan de 2/3 Amerikaanse. Het aantal gebruikte vliegtuigen der Geallieerden steeg in 1944-1945 tot meer dan 25.000, waarvan, in Europa, Groot-Brittannië meer dan de helft leverde. Gewicht der door de Duitsers op Groot-Brittannië (vooral Londen, de havens en industriegebieden o. a. Coventry) afgeworpen bommen : 76.000 ton ; id. van door de Geallieerden op Duitsland, zijn verbonden en bezette landen afgeworpen bommen 2.755.000 ton. Gevolg : in Groot-Brittannië werden 57.000 burgers gedood en 80.000 zwaar gekwetst ; in Duitsland 300.000 burgers gedood en 700.000 gekwetst. In de zee werden door de Geallieerden 47.000 mijnen gelegd, waardoor de vijand 1000 schepen verloor.

Het aantal doden en vermisten van de legers der 57 geallieerde en vijandelijke landen wordt door de Amerikaanse staatssekretaris MARSHALL op 15 miljoen geschat. Volgens hem bedroegen de verliezen van het Russische leger 7.500.000 man, die van het Duitse leger 2.800.000, die van het Britse Wereldrijk 546.000 (waarvan 400.000 voor Groot-Brittannië), die van het Amerikaanse leger 295.000, die van het Franse leger 200.000. In Duitsland werkten tijdens de oorlog 5 miljoen vreemde arbeiders, waaronder 200.000 vrijwilligers. In de oostelijke gebieden hebben de Duitsers 6 miljoen Joden gedood.

< >