vierschaar

betekenis & definitie

('vi:r) v. (...scharen) [schaar ~ schrank : door vier banken ingesloten ruimte waarbinnen de rechters plaatsnamen] rechtbank : iemand voor de dagen; de bijeenroepen; de spannen [de banken met een touw omgeven], recht gaan spreken; iets voor de der kritiek dagen, aan de kritiek onderwerpen.