(per'so:nləkheit) v. (...heden)
A.
1. Algm. het persoonlijke (11), datgene wat een bepaalde persoon betreft: stellen wie alle ...heden ter zijde.
2. Inz. onvriendelijke, beledigende bemerking : een geschrift vol hatelijke ...heden.
B.
I. Eig. het persoonlijke (II), eigenaardig wezen of karakter van iemand : een man met een ongewone -. II. Metn. 1. Algm. individu met een bepaalde persoonlijkheid (I) : hij is een innemende, sterke -.
2. Inz. individu met een uitgesproken persoonlijkheid (I) : hij is een -.
C. het persoonlijke (III), het zijn van een persoon, een mens : de menselijke natuur kan, op natuurlijke wijze, niet bestaan zonder -. ,