Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

nagaan

betekenis & definitie

('na:) (ging na, heeft en is nagegaan)

1. achter iemand gaan, hem volgen: de jongen ging zijn vader na.
2. achtergaan: de klok gaat wat na.
3. volgen om te bespieden: zijn vader gaat in het geheim zion gangen na; hij wordt steeds nagegaan.
4. onderzoekend volgen: de vrouw gaat haar man wat te veel na in zijn bedrijf.
5. inspekteren, monsteren: voor de reis worden de kamers nog eens nagegaan.
6. er zorg voor dragen, behartigen: zijn zaken goed -.
7. beredenerend onderzoeken: een zaak -; de verschillende periodes der geschiedenis worden achter elkander nagegaan; laten we eens in hoever die gevolgtrekking juist is.
8. door na te gaan (7) tot een gevolgtrekking komen: er is dus, zover wij nu kunnen -, niets van aan.
9. zich voorstellen: nu kan je -, hoe vreemd dat aandeed.