(maakte kapot, heeft kapotgemaakt)
1. afmaken, doden: dieren en mensen -; zich voor zijn overtuiging laten -.
2. breken, stukmaken: die jongen maakt al zijn speelgoed kapot.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: