(fol'kwi.’nus) (H.) bisschop van Terenburg, Folschette dol'sjet) gemeente in het Groothertogdom Luxemburg (A 2) 1107 inw. folteraar (doltdra:r) m. (-s) hij die foltert, folterbank v. (-en) pijnbank, folteren (folterde, heeft gefolterd) [Lat. pullus, veulen, werktuig om op te PÜDigen] pijnigen op een werktuig. Syn. martelen, pijnigen, foltering v. (-en), folterkamer v. (-s) folterkoord v. en o. (-en), folterpaal m. (...palen) paal waaraan iemand gefolterd wordt, foltertuig o. (-en), folterwerktuig o. (-en).
Folx-les-Caves do: le 'ka:v) gemeente in Brabant (D 4) 397 ha, 477 inw. Landbouw.
