Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

bevoorrading

betekenis & definitie

v. (-en)

1. Eig. het bevoorraden.
2. Metn. wat daarvoor dient.

Enc. De bevoorrading van staatswege geschiedde reeds in de Oudheid. Zo wordt omstreeks 1100 v. K. in China, waar de dynastieën der Tsjoes en der Tsjangs elkaar uitmoordden en een gedeelte van de rijstoogst ten gevolge van een overstroming teloorging, gewag gemaakt van een verdeling van levensmiddelen door een keizer van de dynastie der Tsjoes. Aan de bevolking werden kleine in een bepaalde kleurstof gedrenkte stukjes hout uitgedeeld en daarmee kon men een zekere door de overheid vastgestelde hoeveelheid levensmiddelen bekomen. Tijdens de Peloponnesische Oorlog (431-404 v.

K.), toen er in Athene een tekort aan levensmiddelen was, werden de voorhanden voorraden gerantsoeneerd. De rantsoeneringskaarten, afgeleverd voor brood en wijn, waren marmeren tabletten waarmede men naar de markt en naar de winkel kon gaan. Bij iedere aankoop werd een groefje in het marmer gegrift. Bepaald was hoeveel aankopen men wekelijks mocht doen.