Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GRAAF, KORNELIS DE

betekenis & definitie

was de zoon van JACOB DE GRAAF, Vrijheer van Zuidpolsbroek, welke, tusschen de Jaaren 1628 en 1637, de Burgemeesterlijke waardigheid meermaalen heeft bekleed. KORNELIS DE GRAAF, Vrijheer van Zuidpolsbroek, werd Burgemeester in het Jaar 1643, en bekleedde die waardigheid negenmaalen, tot in het Jaar 1661.

In het Jaar 1650 werd hij, benevens SIMON VAN DER DOES en NICOLAAS TULP, Schepenen, en PIETER KLOEK, Raad, door de Regeering afgevaardigd aan WILLEM DEN II, die zig aan hun verklaarde, met te zeggen, dat hij Krijgsvolk in de Stad wilde laaten koomen, en dezelve bezetten, In dat zelve Jaar werd DE GRAAF, met verscheiden andere Heeren, gezonden naar Gelderland en Overijssel, om die Gewesten tot eenigheid met Holland over te haalen. In het Jaar 1655 vertrok hij andermaal naar Overijssel, met den Raad-Pensionaris DE WITT, om de geschillen in dat Gewest bij te leggen; ’t welk hun gelukte. Dit alles toonde het groot vertrouwen, welk de Staaten van Holland in dan persoon van den Heere DE GRAAF stelden.Ibidem.

< >