een groot Dorp in Staats-Braband, een uur gaans ten Westen van Maastricht, alwaar het zig in de lengte langs den voet van ’t gebergte uitstrekt. Dit Dorp wordt bestuurd door een Proost, die door ‘t Kapittel aangesteld wordt, en de Regalia of Heerlijke Voorrechten daar van geniet; hij ontvangt dezelven ad vitam, of schoon de gifte jaarlijksch vernieuwd moet worden.
De openvallende politike Ampten, als van Schout, Schepenen, enz. worden door de Kanunniken in tumo, dat is, door ieder in zijne Maand, naar de schikking der beurten, begeeven. Van de vonnissen, door Schout en Schepenen van Bemelen geveld, kan men zig niet beroepen op de Edel Mogende Heeren Commissarissen, Deciseurs, gelijk in die der St. Servaas Kerk geschied, maar op den Schepenstoel der Stad Luik; een zaak, die ongetwijfeld afgeleid moet worden uit de nadere verbintenissen, die de Lieve Vrouwe Kerk van Maastricht met het Bisdom Luik heeft.In Jaar 1747, toen de Geallieerde Armee, na den slagbij Lafeld, in deezen oord eenen tijd lang gelegerd stond, was in dit Dorp het Hoofdkwartier des Hertogs VAN KUMBERLAND, des Graaven BETHANIJ en des Vorsten VAN WALDEK, als Bevelhebbers over de Engelsche, Keizerlijke en Nederlandsche Legers.
Zie BACHIENE B. p. 979.