Eene zelfstandigheid in fijne deeltjes op iets strooien. Besprenkelen wordt zoowel van eene vaste als van eene vloeibare zelfstandigheid gebruikt.
Het vleesch met zout, met pekel be¬sprenkelen; besproeien alleen van eene vloeistof, in dichte droppels neer¬vallend. Bij besproeien denkt men meer aan regelmatige uitstrooiing van vocht, besprenkelen is minder gelijkmatig en niet in zoo groote hoeveelheid vocht op iets strooien. De regen besproeit het aardrijk. Het waschgoed wordt besprenkeld.