Gepubliceerd op 30-04-2019

Aantal — getal — hoeveelheid — menigte — tal — veelheid

betekenis & definitie

Getal en hoeveelheid duiden een bepaald bedrag of beloop van samengeno¬men personen of zaken aan. Aantal, menigte en veelheid zijn onbepaald, terwijl tal tot beide kan behooren.

Hoeveelheid is de algemeene uitdruk¬king voor eene verzameling van gelijksoortige of gelijksoortig gedachte een¬heden. Eene zekere hoeveelheid appels. Het is het wetenschappelijk woord, dat de grootte der quantiteit vóór de telling of onafhankelijk van de telling uitdrukt. Getal is in het afgetrokkene de naam eener getelde hoeveelheid, concreet duidt het ook wel de getelde eenheden zelf aan. Slechts een klein getal der leden steunde het voorstel. Met deze laatste beteekenis komt ge¬woonlijk ook tal overeen; somtijds heeft het eene eenigszins ruimere betee¬kenis : iemand tal van vragen doen.

Bij aantal, menigte en veelheid wordt altijd aan eene onbepaalde, niet getelde hoeveelheid gedacht. Aantal duidt gewoonlijk eene vrij aanzienlijke hoeveelheid aan, doch kan b.v. met een bepaald adjectief ook van kleine hoeveelheden gezegd worden. Er was maar een zeer gering aantal. Menigte beteekent steeds een groot aantal. Menigte sluit alle denkbeeld van tellen buiten, waarvan aantal althans de mogelijk¬heid onderstelt.

Menigte en veelheid zien op de totaliteit. Eene menigte volks. Eene ontelbare menigte. Eene onoverzienbare menigte. In de veelheid der reden is meer kwaad dan goed.