- uitdragen
- uitdrijven
- uitdrinken
- uitdrogen
- uitdruipen
- uitdrukken
- uitdruppen
- uitduiden
- uitdunnen
- uitduwen
- uiteendoen
- uiteendrijven
- uiteengaan
- uiteengroeien
- uiteenhalen
- uiteenhouden
- uiteenjagen
- uiteenleggen
- uiteenliggen
- uiteenlopen
- uiteenrafelen
- uiteenrijten
- uiteenrukken
- uiteenscheuren
- uiteenslaan
- uiteenspatten
- uiteenstuiven
- uiteentrekken
- uiteenvallen
- uiteenzetten
- uiten
- uiteten
- uitfaden
- uitfaseren
- uitfilteren
- uitfloepen
- uitfluiten
- uitfoeteren
- uitfrezen
- uitgaan
- uitgalmen
- uitgeven
- uitgieren
- uitgieten
- uitgillen
- uitglijden
- uitglippen
- uitgloeien
- uitgommen
- uitgooien
- uitgraven
- uitgroeien
- uitgummen
- uithakken
- uithalen
- uithangen
- uitharden
- uithelpen
- uithijgen
- uithoesten
- uithollen
- uithongeren
- uithoren
- uithouden
- uithouwen
- uithuilen
- uithuwelijken
- uitjoelen
- uitjouwen
- uitjubelen
- uitkafferen
- uitkakken
- uitkammen
- uitkappen
- uitkauwen
- uitkeren
- uitkerven
- uitkienen
- uitkieperen
- uitkiezen
- uitkijken
- uitkippen
- uitklappen
- uitklaren
- uitkleden
- uitklimmen
- uitklinken
- uitklokken
- uitkloppen
- uitknijpen
- uitknippen
- uitknobbelen
- uitknobelen
- uitkoken
- uitkomen
- uitkopen
- uitkotsen
- uitkraaien
- uitkrabben
- uitkramen