wetten, volgens welke bewustzijnselementen, in het bijzonder voorstellingen, zich met elkander verbinden en dan ook bij reproductie neigen, elkander in het bewustzijn terug te brengen, indien deze bewustzijnselementen
a. min of meer overeenkomstig zijn (overeenkomst-associatie),
b. min of meer aan elkaar tegengesteld zijn (tegenstellings-associatie),
c. gelijktijdig in het bewustzijn zijn geweest (gelijktijdigheids-associatie) en
d. in dezelfde volgorde na elkaar in het bewustzijn zijn geweest (opvolgings-associatie).
Voorbeelden: zie associatie.
Opm.: Tegenwoordig kent men aan deze associatie-wetten weinig belang meer toe en onderschrijft men de mening van Ziegler en van Windelband, dat voorstellingen gebonden zijn aan gevoelens en interessen en met deze in het bewustzijn worden gebracht. Buitendien, als er van associatie-wetten gesproken kan worden, kunnen slechts twee gevallen zich voordoen, n.l. gelijkheidsassociatie (onze a en b) en aanrakingsassociatie (onze c en d; zie wet der contiguïteit).