[i]Zin A
[/i]verschijnsel van de onopzettelijk tot stand gekomen verbinding van bewustzijnselementen onderling, in het bijzonder van voorstellingen. Deze verbinding blijkt bij reproductie.
Zie aldaar.
Voorbeeld: Vraag ik iemand mij een woord te noemen, dat bij hem opkomt, als ik hem aan een paardebloem doe denken en antwoordt hij mij „konijn”, omdat hij zijn konijn met deze plant voert, dan blijkt er in zijn geest associatie te bestaan tussen de voorstelling van een paardebloem en die van zijn konijn.
Zin B
kracht, die afzonderlijke elementen van het bewustzijn met elkander verenigt (Barendsen).
Zin C
voorstelling, welke met een gegeven voorstelling verbonden blijkt te zijn.