Gepubliceerd op 28-08-2022

Wet, leerplicht-

betekenis & definitie

(voornaamste bepalingen).

Art. 1.

De vader, de moeder, de voogd en de persoon, bij wien een kind inwoont, zijn, ieder voor zover hij daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld, verplicht zorg te dragen, dat aan dat kind gedurende de tijd en overeenkomstig de regelen, in deze wet gesteld, voldoende lager onderwijs wordt verstrekt. Deze verplichting wordt door hen nageleefd: 1°. òf door te zorgen, dat het kind als leerling ener lagere school is ingeschreven en dat het na plaatsing die school geregeld bezoekt; 2°. òf door te zorgen, dat het kind voldoende huisonderwijs ontvangt.

Art. 2.

…. Het huisonderwijs omvat de vakken, genoemd onder a–g in art. 2 der l.o.-wet 1920 in verband met een goede leergang en wordt buiten de vacantietijden aan kinderen beneden de leeftijd van 10 jaar gedurende ten minste 3 uren per week, aan kinderen van 10 jaar of ouder gedurende ten minste 6 uren per week gegeven.

Art. 3.

De verplichting om, voor zover aan schoolonderwijs 1) de voorkeur gegeven wordt, te zorgen, dat het kind op een lagere school als leerling is ingeschreven, vangt aan uiterlijk, zodra het de leeftijd van 7 jaren heeft bereikt…. De verplichting eindigt, zodra het kind 7 jaren leerling is geweest van een lagere school of 2 aansluitende lagere scholen, waarvan de klassen of gezamenlijke klassen een leertijd van 7 jaren omvatten, en het alle klassen 2) doorlopen heeft; of, indien het onderwijs aan die school of scholen gegeven wordt in klassen, die samen een langere leertijd dan 7 jaren innemen, zodra het zovele klassen doorlopen heeft, als samen een leertijd van 7 jaren omvatten; met dien verstande, dat de verplichting nimmer eindigt, voordat het kind de 13-jarige leeftijd bereikt en de klasse, waarin het bij het bereiken van die leeftijd geplaatst was, doorlopen heeft. De verplichting eindigt in ieder geval bij het bereiken van de leeftijd van 14 jaren….

1) Ten aanzien van huisonderwijs geldt een artikel van gelijke inhoud.
2) De 1e klas, zo de leerling bij zijn toelating direct in de 2e klasse is geplaatst, wordt gerekend te zijn doorlopen.

Art. 12.

Geldige redenen van tijdelijk schoolverzuim zijn: 1°. tijdelijke sluiting van de school of schorsing van het onderwijs; 2°. een wettelijk voorschrift, hetwelk het bezoeken van de school tijdelijk verbiedt; 3°. tijdelijke wegzending van de school als tuchtmaatregel; 4°. vergunning om de school tijdelijk niet te bezoeken ten behoeve van werkzaamheden in of voor de bedrijven van landbouw, tuinbouw of veehouderij, verleend door den inspecteur op grond van art. 13; 5°. ongesteldheid van het kind, vervulling van godsdienstplichten of andere ernstige omstandigheden 1), die als geldige redenen kunnen worden beschouwd.

1) Zware ziekte van ouders of naaste bloedverwanten, slecht weer, slechte toestand van wegen, e.d.

Art. 13.

Ten behoeve van werkzaamheden in of voor de bedrijven van landbouw, tuinbouw of veehouderij kan door den inspecteur voor kinderen, die in de laatste zes maanden, voorafgaande aan de aanvrage, de school geregeld hebben bezocht, jaarlijks voor ten hoogste twee weken, ongerekend de vacantiën, vergund worden, de school tijdelijk niet te bezoeken….

Art. 30.

De gemeenteraad is bevoegd bij verordening te bepalen, dat, onder bij die verordening te stellen voorwaarden, ambtenaren der politie gemachtigd zijn, een kind, dat zij gedurende de schooltijden op de openbare weg aantreffen, te brengen naar het hoofd der school, tot welker leerlingen het kind behoort.

Art. 35.

…. Door het uitloven van openbare beloningen en ereblijken kan het getrouwe schoolbezoek vanwege het gemeentebestuur worden aangemoedigd. Ten einde de aanspraak op die beloningen en ereblijken te kunnen beoordelen, kan aan de hoofden der openbare en bijzondere scholen het invoeren van schoolboekjes, waarin van het schoolbezoek aantekening gehouden wordt, bij plaatselijke verordening worden voorgeschreven.

Art. 36.

Ter bevordering van het schoolbezoek is de gemeenteraad bevoegd voeding en kleding te verstrekken aan schoolgaande kinderen, voor wie daaraan behoefte bestaat, of met dat doel subsidie te verlenen…. Kinderen, die openbare scholen, en kinderen, die bijzondere scholen bezoeken, worden daarbij op gelijke voet behandeld.

< >