houdingen of bewegingen die de ledematen, spieren, in- en uitwendige organen sterk en gezond maken en het zenuwgestel in goede conditie houden. De ademhalingsoefeningen, of Pranayamas vergezellen de Y. om de longen steeds met verse zuurstof te vullen, het hart te versterken en de bloedsomloop te bevorderen, Y. hebben wel een heel ander effect dan gewone gymnastiek.
Asanas hebben namelijk niet als doel een bodybuilder van iemand te maken, maar willen een aanzet zijn tot lichamelijke en geestelijke zelfbeheersing, met als hoofdmotief: Zelfrealisatie. In de Shiva-Samhita worden 84 Y. genoemd, de Hatha Yoga Pradipika schrijft er slechts 14 voor, om in algemeen goede conditie te blijven, in de Yoga Pradipa staan er 21 en in de Gheranda Samhita 32. De 'Vishvakosha' noemt 32 Y. en de Anubhava Prakasha [een vroeg werk over Hatha-Yoga] geeft er 50. Als belangrijkste kunnen de volgende Asanas genoemd worden: Shirshasana, Sarvangasana, Matsyendrasana, Matsyasana, Bhujangasana, Svanasana, Halasana, Brahmacharyasana. Als meditatie-houdingen zijn de Padmasana, Siddhasana en Virasam het meest geschikt en als voor-oefening tot de Meditatie is de Yogamudra erg belangrijk. Er zijn Gurus die met de Surya Namaskars volstaan, maar ook hier geldt weer dat alles sterk persoonlijk is en afhangt van bekwaamheid en voorkeur.
Als apart staande yoga-groep moeten nog de oefeningen vermeld worden die zich richten op de inwendige organen en hygiëne: Mudras, Bandhas, Nauli, Dhauti, etc. Vanzelfsprekend heeft iedere Asana zijn belang en effect, maar verreweg de meeste moeten onder leiding worden gedaan en niet uit een boekje geleerd.