warme, devote religie en Bhakti-beweging, bestaande uit de laagste kasten mannen en vrouwen; één van de twee grote Hindoe-cultussen. De andere is het Shaivisme.
Het zijn de twaalf Alvar-heiligen, die de leden van de laagste kasten in hun rijen hebben opgenomen en het was de grote heilige Ramanuja, die de V.B. van Zuidindia een theologische grondslag gaf. De invloedrijke filosofie van Advaita liet evenwel weinig ruimte aan de Bhakti van de Vaishnavas, want Bhakti kent immers een liefhebbende, persoonlijke God, die men aanbidden kan, terwijl de ziel haar eigen identiteit behoudt. Onder Ramanuja's volgelingen ontstond echter een conflict en ze gingen in twee groepen uit elkaar. De noordelijke school zegt, dat men slechts door eigen inspanning Verlichting bereikt en gebruikt wordt de analogie van de aap, waar het jong zich namelijk aan de buik van zijn moeder vastklemt. De zuidelijke school zegt, dat Verlichting bereiken een kwestie van goddelijke genade is en de menselijke inspanning overbodig; gebruikt wordt hier de analogie van de kat, die haar jongen in haar bek van de ene plek naar de andere transporteert. Het laatste is de attitude van de Bhakta. Hij geeft zich over aan Gods transport.