Een suikersoort, welke bij de kieming van granen uit zetmeel ontstaat (zie bij mout). Vooral in mout, (gekiemde en gedroogde gerst) gebruikt bij de bierbereiding, komt veel moutsuiker voor.
Zuivere moutsuiker kristalliseert in harde, fijne, naaldvormige kristallen en bevat een molecuul water minder dan druivensuiker. Het gist even gemakkelijk. Bij de bierbereiding wordt mout gebroken en met water afgetrokken, zoodat de moutsuiker in oplossing gaat. Dat aftreksel heet „wort”. Men voegt er hop en gist bij en laat de oplossing gisten, zoodat het bier wordt. Moutsuiker en gedroogde wort waren indertijd in Amerika gewilde handelsartikelen.
De bierbrouwerijen mochten geen bier afleveren, en leverden daarom moutsuiker of gedroogde wort. De koopers voegden er water en hop bij en brouwden zelf hun bier.