Gepubliceerd op 18-08-2020

Moer

betekenis & definitie

Wijnmoer, wijngist, droesem. Bruin bezinksel, dat zich afzet op den bodem van het vat, waarin men wijn iaat gisten.

Bij de wijnbereiding kneust men de druiven; het sap ervan heet most. Die most laat men gisten, hetzij met de schillen (roode wijn), hetzij zonder de schillen (witte wijn). De gistcellen, welke daarvoor noodig zijn, komen uit de lucht. Sneller gaat de gisting echter, wanneer men het sap met wijnmoer ent. Vandaar, dat wijnmoer een handelsartikel is. Na acht dagen is de eerste gisting afgeloopen.

Men tapt dan den wijn van de moer en laat ze met toetreding van weinig lucht in gesloten vaten nagisten bij keldertemperatuur. Men vindt dan later op den bodem het bruine bezinksel, bestaande uit gistcellen en wijnsteen, welk bezinksel geschikt is, om er versch sap mee te enten.

< >