Delfstof, bestaande uit magnesiumsilikaat; het staat dus in samenstelling dicht bij asbest en speksteen.Het meerschuim wordt als vettige klompen in Klein-Azië uit den grond gedolven. Men kookt het, om het zacht te maken; dan wordt het bewerkt, gedroogd en in vet gelegd, om daarna gepolijst te worden.
Het afval wordt fijn gemaakt, met klei vermengd, in vormen geperst en dan gebakken. Dit namaaksel gelijkt veel op echt meerschuim, maar is toch daaraan te herkennen, dat een kras met een gouden of zilveren munt er een streep als van een potlood op achterlaat, hetgeen bij echt meerschuim niet het geval is.In Weenen, Boedapest, Neurenberg en Parijs maakt men meerschuimen pijpen. Pijpen van meerschuim, die in olie is gekookt, zijn de zgn. doorrookers d.w.z. zij nemen op den duur den bruinen tabakskleur aan.