Mier, roode mier, wee. Ziekte bij het vee, dat op moerassige weiden loopt en veroorzaakt wordt door parasieten in het bloed.
Deze worden overgebracht door teeken, die vooral in boschgras leven. De parasiet ontleedt het bloed, de bloedkleurstof komt vrij en wordt door de nieren afgescheiden, zoodat het dier bloed watert. Vee, dat in zulk een streek geboren is, is veel minder vatbaar voor de ziekte. Deze is een goedaardige vorm van de in Amerika voorkomende Texaskoorts. Ook bij den mensch komt teekenbeetziekte voor, die op een goedaardige vlektyphus gelijkt. De eigenlijke smetstof is niet nader bekend. Wel weet men, dat de ziekte op marmotten kan worden overgebracht.,,Meer” heeft de beteekenis van moeras of poel (zooals in meerradijs en in mierik).