(19e eeuw) (spot.) inwoners van Dendermonde.
• Scheeptrekkers, spotnaam voor de inwoners van Dendermonde, Denderleeuw en Harlebeke. Herinnert aan den tijd, toen de Dender en de Leie nog niet gekanaliseerd waren, en vele inwoners der drie gemelde plaatsen hun brood wonnen met schepen te trekken. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Natuurlijk stond ook deze keer de Reuzenommegang deels in het teken van de verschillende spotnamen die de Dendermondenaars rijk zijn. De Flauzemakers, de Makeleters, de Polydoorkes, de Kopvleesfretters en de Scheeptrekkers waren dan ook van de partij. (Het Laatste Nieuws, 27/08/1999)