(1991) (inf.) te ruim wonen of tegen een te lage huurprijs.
• Binnen de bestaande woonsituatie is sprake van scheve verhoudingen tussen huur en inkomen, het zogenoemd 'scheefwonen'. In de huursector hebben vijfduizend mensen een te goedkope woning. Zeker negenhonderd personen wonen in een voor hen te duur huis. Ook een groot percentage koopwoningen (12%) wordt bewoond door mensen met een te hoog inkomen voor het type huis. Ruim vijfhonderd gezinnen hebben een te duur huis gekocht in vergelijking met het inkomen. (Limburgsch dagblad, 10/09/1991)
• Overigens kunnen de gemeenten de kosten van de individuele huursubsidie ook nu al drukken. Ze kunnen het vrijwillig verhuizen uit woningwetwoningen naar aantrekkelijke koopwoningen stimuleren en vrijkomende goedkope woningen toewijzen aan mensen met een smalle beurs. Want ook mèt subsidie blijft het scheefwonen voor zulke mensen een hele last: het eigen aandeel in de huur blijft hoog en bij elke bezuiniging' dreigt beperking van de subsidie. Er zijn immers goedkope woningen genoeg, als maar de juiste mensen erin wonen. (Nederlands dagblad, 09/06/1993)
• ‘Vlammend protest tegen scheefwonen,’ las ze gedragen voor. ‘Wat is dat eigenlijk, scheefwonen?’
‘Dat betekent dat sommige mensen op heel mooie plekken zitten voor weinig geld en andere mensen op heel dure plekken terwijl ze weinig inkomsten hebben,’ zei Pompidou afgemeten, want hij wilde het artikel zelf in handen hebben. (Coen Peppelenbos & Doeke Sijens: Eeuwige trouw. 2012)
• De kloof tussen sociale huur en vrije sectorhuurwoningen in Amsterdam is nog nooit zo groot geweest. Kopen kan niet, en dus blijven mensen in sociale huurwoningen zitten. Daarom zouden er strengere regels nodig zijn om scheefwonen tegen te gaan. (Het Parool, 13/10/2021)