Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 02-10-2024

nauw in de ingewanden

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Ned.) bekrompen, kleingeestig in godsdienstige zaken. De ingewanden zijn het binnenste van de mens, figuurlijk dus ook: de gedachtenwereld of het gemoed. Uitdrukkingen met 'ingewanden' zijn er in het Nederlands niet zo veel. Het grootste Nederlandse woordenboek, het WNT geeft nog: 'iemand een zalf in zijne ingewanden geven' (hem vertroosten, moed doen vatten, opbeuren); 'in iemands ingewand wroeten' (zijn bestaan verwoesten); 'woelen, wroeten, woeden in zijn (eigen) ingewand' (inwendige verdeeldheid (in eene gemeenschap, in een volk) bewerkstelligen; aan zijn eigen verderf werkzaam zijn). De uitdrukking 'nauw in de ingewanden' kent het WNT echter niet.

• Het spijt ons zeer, dat de liederen van Sankey zulk eene concurrentie uitlokken. Of is onze spijt ongegrond? Hebben wij hier niet met concurrentie te doen? Zijn wij wellicht te nauw in de ingewanden, als het zulk eene evangelische zaak geldt? (De bazuin; gereformeerde stemmen uit de Christelijke Afgescheidene Kerk in Nederland, 22/10/1875)
• Maar het vooroordeel is niet alleen \zeer beperkt van blik, maar wil ook niet zien wat buiten eigen gezichtskring ligt. Hier wil men niet leeren, doordien men nauw in de ingewanden is, eenzijdig en partijdig. (H. Bultema: ‘Maranatha’: eene studie over de onvervulde profetie. 1918)
• Maar oude heer is U niet wat scherp? U bent zoo nauw in de ingewanden. Ik heb zelfs opgemerkt dat ge op een woordje kijkt met dat voor of tegen de zonden. (Veronderstellen. Godsdienstige Samenspraak door een Oude en een Jonge man. 1923)
• De gordel voor mannen en het korset van vrouwen zijn heilzaam, met verstand gedragen. Ze moeten niet te eng aangereden worden. Dit is ook geestelijk alzoo. Dan wordt een mensch "nauw in de ingewanden". (De Volksvriend, 21/12/1933)
• Voorts verstaat men onder de katholieke kerk de draagster van de gehele waarheid met al haar dogmata en ai haar geestelijke krachten, orthodox en niet sectarisch, de eenheid bewarend door alle tijden heen. Eén lichaam, het lichaam van Chcistus, dat voorafgaat aan de leden in al hun grote verscheidenheid. Ten opzichte van die verscheidenheid der leden mag de kerk niet „te nauw in de ingewanden" zijn. Zij moet een lichaam zijn voor velen en voor veel. (Nieuwe provinciale Groninger courant, 25/02/1956)
• Nieuwe kansen voor Oldenzaal kondigden zich aan. Het totdantoe rond de oude fraaie Sint Plechelmus dromende ('slapende' zegt men op het nieuwe, magnifieke raadhuis) stadje werd klaarwakker. Men haalde opgeruimd adem. Ook vanwege het feit dat men er van de gemeente Losser meer dan 1000 hectare grond bij kreeg, zodat het grondoppervlak op circa 1500 hectare kwam. Het was een opluchting niet langer zo nauw in de ingewanden te zijn. (Trouw, 17/04/1971)
• Ik geef haar nog de kans om te zeggen dat ze gráág minister van Verkeer en Waterstaat wil worden, maar daarvoor is ze te nauw in haar ingewanden. (Jan Terlouw: Naar zeventien zetels en terug. 1983)
• Calvijn lijkt dus minder nauw in de ingewanden dan de informatici, die toch zelf toegeven dat computergebruik als zodanig niet zondig is. (Reformatorisch Dagblad, 19/10/1999)
• nauw in de ingewanden: bekrompen in godsdienstige zaken (W.-Veluwe). (H. Scholtmeijer: Veluws Handwoordenboek. 2011)

< >