nauw in de ingewanden
(19e eeuw) (Ned.) bekrompen, kleingeestig in godsdienstige zaken. De ingewanden zijn het binnenste van de mens, figuurlijk dus ook: de gedachtenwereld of het gemoed. Uitdrukkingen met 'ingewanden' zijn er in het Nederlands niet zo veel. Het grootste Nederlandse woordenboek, het WNT geeft nog: 'iemand een zalf in zijne ingewanden geven' (hem vertroo...