(1995) (scheldw.) klootzak. Eigenlijk: gedrocht; misvormd schepsel.
• Nu lig je in bed en tussen andante en adagio begin je opeens met een passend antwoord. Je zegt in trance: 'Ja hoor, hork, hufter, halve zool, hele mongool. Ach, ga toch weg, Lord Wanhoop, dieptepunt, misgeboorte. Ongelukkige! Waarom hang je je niet op? (het Parool, 02/12/1995)