(1980) (sch.) gezegd wanneer iemand niet stopt met praten.
• Met een strootje open, met geen koevoet dicht. [Iemand is zó aan het praten te krijgen, maar niet te stuiten.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
Gepubliceerd op 04-05-2024
betekenis & definitie
(1980) (sch.) gezegd wanneer iemand niet stopt met praten.
• Met een strootje open, met geen koevoet dicht. [Iemand is zó aan het praten te krijgen, maar niet te stuiten.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: