Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 04-12-2020

loopse hond, loopse teef

betekenis & definitie

(16e eeuw) (scheldw.) geil iemand; door seks geobsedeerd persoon. Zie ook (alleen m.b.t. mannen): bok* op twee poten; dekhengst*; fokhengst*; geilneef*; heetloper*; heetzak*; hennentaster*; hoerenbok*; rammelaar*; stier*. M.b.t. vrouwen: (geile) doos*; flepkous*; flepperd*; jachtgat*; jachtkont*; maartse* kat; mossel (4)*; hete mossel*; hete truffel*.

• Zy is een loopse Teef voor alle boelen,
Haar heete coorts' en is niet om te coelen. (Jan van der Veen: Zinne-beelden, oft Adams appel. 1642)
• Zelfs hoeren waren er niet te vinden. Het leek wel een zooitje loopse honden. (Haring Arie: Tweede Boek. 1969)
• Je bent een vieze loopse hond, je kop is net een blote kont
Verrekte sloerie, lijpe trut, portiekhoer, slet, spinaziekut. (Robert Long: Beschaafde Tango. 1977)
• Vuile slet, loopse teef, kan je wel, met een getrouwde man. (Marjan Berk: Liefde en haat. 1982)
• 'Dat kan me niks verdommen,' toeterde ik in de hoorn, 'dan ben jij net zo'n lelijke loopse teef als hij. (Hans Dorrestein: Alle verhalen. 1990)
• Ze versleet in haar leven minstens honderd dienstmaagden, een donkere schoonheid die later model voor Toulouse-Lautrec stond omschrijft ze in een manuscript als: "Ze had de schoonheid van een loopse teef." (Het Parool, 24/10/1992)
• ... want ze was geil maar tegelijk o zo preuts, een echte dochter van een gereformeerde here-boer, ze seinde golven van geilheid uit, als was ze een loopse teef... (Penthouse, november 1994)
• Het is twee uur! Dat is twee uur te laat! Loopse teef! (Gerdy Van Der Stap: Nestspel. 1994)
• Ze was natuurlijk een komediante, dat kind. Ze moest het buiten de deur doen. Een loopse teef die haar sporen uitzette. (Jean-Paul Franssens: Zuiderkerkhof I. 1997)
• Het werd algauw bekend dat ze zich aan iedere man gaf die zich aandiende. Ze was net een loopse teef. (Clark Accord: De koningin van Paramaribo. 1999)
• Ze zeveren over oergevoelens en een band met de aarde en vergeten dat ze simpele loopse teven zijn die in een oeroude val zijn getrapt. Wat een sufkutten. (Heleen van Royen: De gelukkige huisvrouw. 2000)
• Stel sletten, dus toch. Twee loopse teven. (A.F. Th. Van der Heyden: De Movo-tapes. 2003)
• Van plan om naar moeder de vrouw te gaan en heb ik opeens een loops teefje aan de haak geslagen! (Nieuwe Revu, 28/09/2005)
• Hij kwam langs om zijn nieuwe brommer te showen en zij kwam erop af als een loopse teef. (Katja Schoondergang: Bewezen diensten. 2011)
• Ze werd op de knieën gedwongen, als een loopse teef wachtte ze op wat komen ging. (Maan Leo: Huwelijkse voorwaarden. 2014)

< >