(1933) (plat) verwensing. Soms versterkt tot ‘gloeiende godverdomme’.
• Toen de korprael van de week je gelastte om de koffiegamellen naar de keuken te brengen, heb je tegen hem gezagd...." Hensen citeerde van het kwart-velletje: . . . „Loop neer de gloeiende godverdomme, leelijk vuil pestkreng… (A. Roothaert: Spionnage in het veldleger. 1933)
Gepubliceerd op 20-07-2020
loop naar de godverdomme
betekenis & definitie