(18e eeuw) (cliché) plezierige dingen of genot zijn altijd kortstondig. Iets dat lekker is, proeft men zolang het op de tong ligt, daarna is de smaak weg. Variant: lekker is maar één duimpje lang.
• Lekker is maar een vinger lang. Als het lekkere door 't keelgat is, heeft het geene smaakelykheid meer, om dat die maar is in den mond, op de tong en 't gehemelte. Om die reden wenschte de oude Wysgeer Philoxenus, naar 't verhaal van Aristoteles, dat hy een kraans hals mogt hebben. Zoude die borst niet in de keuken ter school hebben gelegen, en de kelderkoorts onderhavig zyn geweest? 't Is ook waarheid: Lekkere hoeren kosten veel van onderhouden. Doch al mogt gy den Droes, wie zou hem u kooken? (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitleg van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel II. 1727)
• Zuinig, zei besje, lekker is maar een' vinger lang. (Dietsche Warande. Jaargang 4. 1858)
• (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Een jongen stak in de huiskamer zijn vinger in de strooppot en likte die af. Hij kon niet verder likken (lekken) dan de lengte van z'n vinger. Het lekken en het lekker-zijn duurde niet langer. De volgende dag was er een feestje. Ze gingen uit rijden. De jongen vond 's avonds, dat zo'n plezierige dag toch zo gauw voorbij is. ‘Ja,’ zei moeder, ‘lekker is maar een vinger lang.’ Woordspeling! (J. Mathijs Acket: Stijlstudie en stijloefening. 1918)
• Lekker is maar één vinger lang. D.w.z. men proeft iets lekkers slechts zoolang het op de tong ligt, die ongeveer een vinger lang is; daarna: alle genot is kortstondig. Zie C. Wildsch. IV, 309: Lekker is een vinger lang, zegt het spreekwoord, en 't is de waarheid; Tuinman I, 99: Lekker is maar een vinger lang, als het lekkere door 't keelgat is, heeft het geene smaakkelykheid meer, omdat die maar is in den mond, op de tong en 't gehemelte; Harreb. I, 50: Zuinig, zei besje, lekker is maar een' vinger lang; Villiers, 72. Van gelijke beteekenis was een haalkan (fri. healkanne, twee mingelen) is ras uit (Tuinman II, 49). Vgl. voor deze bepaling van maat mnl. vingermael, duummael, de lengte van een duim, en ook in het Grieksch πίνωμεν τί τὰ λὺχν᾽ ὀμμένομεν; δάκτυλος ἀμέρα, laten we drinken! wat wachten we op de lichten! de dag is nog maar een vinger lang (eig. breed). In het oostfri. smak is 'n fingerlank, zie Dirksen I, 95, waar uit Freidank wordt aangehaald: diu beste spïse, der beste tranc, der suëze wert niht spannen lank. (F.A. Stoett: Nederlandsche speekwoorden en gezegden. 1923-1925)
• ‘'t Loopt al op z'n eindje,’ merkte hij wat weemoedig gestemd op, toen op een avond van een der laatste vacantiedagen hij met de familie bijeen zat.
‘Ja, kerel,’ zei oom. ‘Lekker is maar 'n vinger lang. Dat zie je alweer.’ (Kees Spierings: De Urugees. 1930)
• ‘Ik weet het nog niet; ik heb geen haast,’ antwoordde Cesar. En dan, na enig nadenken: ‘Ja-ja, lekker is maar een vinger lang.’ ‘Of je nu weer tien jaar wegblijft?’ plaagde Genia. (Albert Helman: Omnibus. 1947)
• (K. ter Laan: Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. 1950)
• Lekker is maar een vinger lang. (Jos Schrijnen: Nederlandsche volkskunde (2 delen). 1977)
• Lekker is maar éen vinger lang. (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
• We vrijen nog maar een keer. Waarom ook niet? Lekker is maar één vinger lang. Straks is het ochtend en is alles weer voorbij. (Marcel Maassen: Blauwe damp. 1994)
• Juist die bereidheid van ouders hun eigen belangen eens voor een dag aan de kant te zetten en zich een dag per jaar helemaal voor de jarige in te spannen, geeft een kind het gevoel dat het een warm plekje heeft in dit gezin. De intentie is belangrijker dan hoeveel het kost. Een paar uur het middelpunt van het gezin zijn, daar kan een duur feest onder toezicht van vreemden niet tegen op. Een feest is niet alleen geslaagd als het veel geld kost. Lekker is maar een vinger lang. (Gazet van Antwerpen, 21/02/1998)
• Als we een dag naar Giethoorn mochten, waren we weken van tevoren al opgewonden. Ik heb dus geleerd dat je alleen geld besteedt aan dingen die er echt toe doen. Lekker is maar een vinger lang, zei mijn vader altijd als het over eten ging. (Trouw, 29/11/2014)