Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 24-11-2020

lechajim

betekenis & definitie

(19e eeuw) (< Jidd.) joodse heilwens, proost, voor het leven, ten leven.

• Le-chajim! (hebr.), tot leven! Wensch bij het elkaar toedrinken. Men antwoordt dan: Le-chajim oelibracha (Lechajim oeliwrocho) tot leven en tot zegen. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Lechajem. Daar ga je is vernederlandst uit Ie-chajem z ten leven, een wens, die van oudsher bij het drinken van wijn wordt uitgesproken. Vroeger werd in Israël aan ter dood veroordeelden een met wierook vermengde beker wijn gereikt, om hen vóór de terechtstelling te bedwelmen. (Vergel. Marcus XV, 23). Vandaar, dat bij het drinken van wijn de wens lechajem, ten leven (en niet ten dode) werd uitgesproken. (Onze Taal, december 1962)
• Melchior hief zijn glas: ‘Lechaiem,’ zei hij en hij glimlachte. (Nelleke Noordervliet: De naam van de vader. 1993)
• Maar eerst 'lechajim', een 'roep om leven'! (Lody van de Kamp: Weeskinderen. 2012)
• 'Lechajim.' Ze stoten hun glazen tegen elkaar. 'Lechajim.' (Maria Boonzaaijer: Joodse buren. 2015)
• Ik moest ineens denken aan dat ontroerende kwatrijn van Jacob Israël de Haan, waar ik graag mee wil afsluiten. Lechajim! (HP/ De Tijd, november 2015)

< >