Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 28-05-2022

kopschopper

betekenis & definitie

(2013) iemand die zijn slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toebrengt door zonder ophouden op zijn hoofd te kloppen.

• Bij hun laatste verschijning voor de raadkamer in Turnhout zat hij de jongens met camera en microfoon achterna. "Lafaard", riep Ghosens. En: "wees een man en kom naar Nederland." Sommige jongens reageerden stoer ('seffes gooi ik u en uwe camera in het water, man', dixit de 17-jarige Ilias B.), Brent L. (door PowNed uitgeroepen tot 'kopschopper' omdat hij het slachtoffer op het hoofd bleef stampen) snoerde zijn capuchon dicht, Jordy M. (18) bleef stug voor zich uitstaren en Brett S. nam de benen. (De Morgen, 18/02/2013)
• Het parket in 's Hertogenbosch heeft enkele weken geleden geblunderd in de rechtszaak tegen de kopschoppers uit Turnhout en omgeving. (Het Laatste Nieuws, 01/10/2013)
• De politie deelde een filmpje over een kopschopper op de sociale media met de vraag naar tips over de identiteit van de verdachte. (Gazet van Antwerpen, 23/05/2014)
• Ken je de term kopschopper? Dat lelijke woord duikt soms op in de kranten op maandagochtend. Door Cootje leerde ik de positieve variant kennen: kopknuffelaar. Als Cootje dicht bij me wil zijn, kruipt ze tegen mijn gezicht. (Dag Allemaal, 28/07/2015)
• Michiel Kramer, kopschopper, gaf deze week een interview aan FOX Sports. Superslecht gedaan van mezelf, zei hij over het moment dat hij, liggend op de grond, met zijn voeten het hoofd van Alexander Büttner van Vitesse raakte. Opzettelijk. (De Volkskrant, 21/04/2018)

< >