(1e helft 20e eeuw) (zeem.) geld dat men ontvangt voor bijv. de berging van een schip. Zie ook: jop*.
• En het joppengeld zou wel goed zijn. (Kees Borstlap: Vaarwel, tweede bruid. Vaarwel, tweede bruid. Roman van de zeesleepvaart. 1968)
• (Aldert Walrecht: Woordenboekspel. 1991)
• Zeker is dat de bemanning na iedere reis joppengeld (bij een berging) dan wel mijlengeld (bij een sleepreis) ontving. (Joke E. Korteweg: Hollands Glorie? de Nederlandse zeesleepvaart als nationaal symbool. 2000)