(19e eeuw) (sch.) het regent zeer hard. 'Al regent het oude wijven': er mag gebeuren wat wil.
• Al regende het oude wijven met klompen. [Men zegt dit als aandrang, wanneer men niet tegen de uitvoering eener zaak opziet.] (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Als de directeur hoort, dat jullie op straat ruzie zoekt en vechtpartijen uitlokt, dan zal hij zich nog wel eens bedenken en dan valt natuurlijk 't heele plannetje in het water! Ja, nou staan jullie te kijken alsof 't ouwe wijven regent, maar dat kon je toch zelf ook wel begrijpen? (Chr. Van Abkoude: Het jongenskamp. 2e druk. 1915)
• Zou je niet even wachten? Het regent oude wijven. (Ward Ruyslinck: Wurgtechnieken. 1980)
• 't Is zuur weer. 't Is zuut weer. 't Weer kan er nogal door. 't Is stuurs weer. Het is mottig weer. Het regent bloskes, pijpestelen, het regent oude wijven. (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• Of van die zeikers die per se een raam willen opendraaien als het stenen uit de grond vriest of ouwe wijven regent maar die zo nodig het raam willen sluiten als iedereen krimpt van de hitte. (Herman Brusselmans: Prachtige ogen. 1984)
• Het regent dat het giet. Pijpenstelen. Bakstenen. Katten en honden. Oude wijven. (Nelleke Noordervliet: Mevrouw Gigengack: Uit het leven van een dame. 2004)
• En toen, pal in het midden van een dag waarop het niet zozeer bakstenen als wel stront van ouwe wijven regende, deed de wegloper zijn herintrede binnen de omsluiting van Lionels nering en domicilie. (Pjeroo Roobjee: Een mismaakt gouvernement. 2010)
• Het regent oude wijven. Op de één van De Morgen staat: “Antwerpen is klaar voor de stille optocht.” (Stijn Tormans: Verhalen en reportages. 2010)
• Het regent ouwe wijven met puntklompe. (drs. J. van der Spek: Zoetermeers woordenboek. 1981. Digitalisering en nabewerking 2011)
