Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 12-08-2023

groenzoeter

betekenis & definitie

(1914) (Barg.) (varianten: groenjoeker, groenkoker, groenpoeper) (onhandige) beginneling, groentje, sufferd, onnozel figuur. Groenpoeper komt uit de soldatentaal, waar het 'recruut' betekent.

• Nou Bochel, immese groenzoeter... dat zég je goed. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. Tiende druk. Eerste druk 1914)
• Schlemiel! Groenkoker!' barstte tante Bet los. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Groenzoeter: onnozele vent. Wat doet zo'n groenzoeter ook op de vlakte? (E.G. van Bol-huis: De Gabbertaal. 1937)
• Groenzoeter, onnozel mens, onervaren nieuweling. (Maurits Dekker: Amsterdam bij gas-licht. 1949. Woordenlijst achteraan)
• Nee echt, zo'n groenzoeter was ik. (Jan Mens: Er wacht een haven, 1950)
• Ziezo, dat laatste sloeg wel als een tang op een varken, maar die twee groenzoetertjes had-den 'm geproefd. (Piet Bakker: De slag in de Javazee. 1951)
• Wat zijn jullie voor een stelletje groenzoeters? (Willem van Iependaal: Onder de pannen. 1952)
• Maar je hebt er ook bij die het nooit leren en groenzoeters blijven. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968)
• Het ging er in als koek bij die twee groenjoekers. (Haring Arie: Recht voor z'n Raap. 1972)
• Een groenzoeter van vijftien jaar die door zijn pluizig rood baardje er vier jaar ouder uitzag. (Johnny van Doorn: Mijn kleine hersentjes. 1972)
• Groenzoeter, groenkoker, onhandige beginneling, oningewijde, groentje. (Enno Endt en Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• Sau'n stuk groenzoeter an de bar staat op en segt: "Ik sien het al makker. Jij bent Geert de Groepert die maan de weg sal wêze na desj burgerfaders hoogeidelachtbare wauning. (Leonhard Huizinga: Adriaan met Olivier natuurlijk. 1977)
• ... en leerde me allerlei kunsies, voor mij als groenzoeter op de kut, een ware hogeschool. (Haring Arie: De Sarkast. 1989)
• Laat mij hier maar een oude rot zijn, bij de VPRO ben ik nog steeds een groenpoeper en dat blijf je daar ook. (de Volkskrant, 14/09/1991)
• Steil Gereformeerd, maar in geen geval vrijzinnig protestant: geen groenzoeter of bosneuker dus. (Gerard Reve: Het Boek van Violet en Dood. 1996)
• Eerst het kabinet van groenzoeter Balkenende ten val, liever vandaag nog dan morgen. (Vrij Nederland, 19/10/2002)
• (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)

< >