frontman, frontvrouw

betekenis & definitie

(1970+) (< Eng.) (jeugd) belangrijkste muzikant of zanger van een popgroep.

• Jan Rot, de frontman van de Groninger groep The Streetbeats, is een kerstkindje en aangezien hij op tweede kerstdag op papier volwassen gaat worden, organiseert Pentastoma op de avond van die dag een feestconcert, waarop behalve de Streetbeats nog twee jonge en veelbelovende Noordelijke groepen acte de présence geven. (Nieuwsblad van het Noorden, 22/12/1978)
• Barrelhouse heeft 'n nieuwe zangeres. Als opvolgster van Tineke Schoemaker (tegenwoordig One Two) heeft de onverwoestbare bluesrockformatie Jont de Boer aangetrokken. Deze frontvrouw was jarenlang actief bij de Ruud Slermans band, later omedoopt tot Tulsa. (Het vrije volk, 04/04/1985)
• En neem Jacqueline - Jacqueline Govaert. Half Nederland kent haar als de 18-jarige frontvrouw van het Tilburgse Krezip. (Elsevier, 13/01/2001)
• Motörhead werd nooit mijn favoriete band, te eendimensionaal, maar ik bleef een zwak houden voor frontman Lemmy. (A.H.J. Dautzenberg: Rafelranden van de moraal. 2013)
• Toen later in de jaren zestig de band Love werd opgericht, een blanke band met een zwarte frontman, Arthur Lee, was meteen duidelijk dat Amerika ook naar hen met zeer gemengde gevoelens keek. (Mart Smeets: Mijn Amerika. 2017)
• Als ik het als frontman liet afweten, zou de band dit nooit kunnen opvangen. (Meindert Talma: Je denkt dat het komt. 2017)