Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 12-12-2022

doeselkop

betekenis & definitie

(1978) (pseudo germanisme (scheldw.) dromer; sufferd. Vondst van de Nederlandse striptekenaar Marten Toonder (1912-2005), bekend van Olivier B. Bommel en Tom Poes. Ontleend aan het stripverhaal ‘De geweldige witwassen’ (1978), waar het in de mond wordt genomen door professor Prlwytzkofski. . Andere taalcreaties van hem zijn o.a.: befratsen*; bovenbaas*; bovenste* tien; bralbuil*; breinbaas*; denkraam*; Dorknoper*; kommer* en kwel.

• (Pim Oosterheert: Bommellexicon. Van Aanmaak tot Zwirkvlaai. 2005)

< >