(19e eeuw) (sch.) gezegd van iets ongewoons of opmerkelijks. Reeds opgetekend bij J. de Vries (Zonnebloemen. 1886).
• Wees er tevreden mee, dat ik alles netjes in code breng en zóó goed in mijn kleeren verberg, dat ik 't zelf niet terug kan vinden Daar is Jan al. Een kwartier te laat. Dat mag wel in de krant. (K. Norel: Den vijand wederstaan. 1946)
• Nou, Marijt, joi hier? Dat mag ok wel in de Haarlemmer krant. (Frederik Pieter Groot: Marijt. 1971)
• 'Dat was Arnoud. Hij is van plan ons zaterdag te komen bezoeken.' Hij zag Rita schrikken en Maaikes voorhoofd kreeg een diepe frons. 'Dat mag wel in de krant,' zei het meisje toen. (J.A. van Archem: Jaren van onzekerheid. 2006)
• Dat komt zo onverwacht dat hij even stil is en dat mag wel in de krant! (Hanny van de Steeg-Stolk Jan W Klijn Jetty Hage: Waar liefde overwint. 2007)