1) (1978) (sold.) kapotgelopen voeten.
• (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978)
• (Leen Verhoeff: Soldatenwoordenboek. 1995)
• Dit laatste realiseerden veel soldaten zich voor de afschaffing van de vaderlandse dienstplicht in de 'vreetschuur' van de kazerne. Dienstgeheim was daar een lastig te omschrijven stamppot en Gebakken Baarmoeder een niet te preciseren vleesgerecht. Dus niet Tennisballen (gehakt van grote vastheid) of Glas-in-Lood (nierworst), vergezeld van Camouflagenetten of Gemalen Werkbroeken (beide andijvie), Doodgereden Hond (rode kool) of Scheermesjes (snijbonen). Bij de lunch Eelt (stevige kaas). Terwijl men al 'bloedworst' (kapotgelopen voeten) had. (de Volkskrant, 10/05/1997)
2) (1920+) (Groningen, scheldw.) sul, sukkel.
• Bloudwörst, 2°. sul, sukkel. Zie Geert Bloudwörst in de Moppen van Wildeboer. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)