Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

EPICLESE

betekenis & definitie

Epiclese (επικλησις), ’aanroeping bij de naam’, speciaal van God, dan ook ’gebed’ in het algemeen; in het bijzonder het gebed in de eucharistische anaphora, waarmee de H.

Geest wordt aangeroepen om het brood en de wijn te veranderen in het lichaam en bloed van Christus (in de oosterse liturgieën). Het eerste duidelijke getuigenis vinden wij in de mystagogische catechesen (5,7) van Cyrillus van Jeruzalem (ca. 348 nC): hier vinden wij rudimentair reeds de vorm zoals deze later in de oosterse liturgieën gangbaar werd. In de syrische kerk (Jacobusliturgie) vinden wij de epiclese na de instellingswoorden, in Egypte (Marcusliturgie) vóór de instellingswoorden. Voor het voorkomen van een H. Geest-epiclese in de romeinse liturgie zijn geen bewijzen; wij vinden in het oude gebed Quam oblationem slechts een bede tot God om de offergaven te zegenen. Veel ouder dan de eucharistische epiclese is de epiclese in ruimere zin; een gebed waarbij de H. Geest wordt aangeroepen om doopwater of olie ter zalving te zegenen.Lit. F. Cabrol (DAL 5, 142-184). - A. Baumstark, Zu den Problemen der Epiklese und des römischen Messkanons (ThR 15, 1916, 337-350). J. Brinktrine, Zur Entstehung der morgenländischen Epiklese (Z.f. kath. Theol. 42, 1918, 301326; 483-518). id., De Epiclesis Eucharisticae origine (Rome 1923). O. Casel, Neue Beiträge zur Epiklesenfrage (JL 4, 1924, 169-178). J. Jungmann, Missarum Sollemnia 2 (Wien 1948) 232-236. [Bartelink]

< >