Duris (Δουρις), griekse eigennaam:
1. Duris, attische vazenschilder uit de eerste helft van de 5e eeuw vC. We bezitten van hem een dertigtal gesigneerde roodfigurige kruiken en schalen en op grond van zijn stijl zijn hem door Beazley meer dan 200 stuks toegeschreven met een enorme variatie van thema’s en onderwerpen. Tot zijn beroemdste werken worden de kantharos van Brussel (met de strijd van Heracles en de Amazonen) en de kylix in het Louvre (met Eos en Memnon) gerekend. De stijl van Duris wordt gekenmerkt door een elegante lijnvorming en een evenwichtige compositie; de werken van zijn ouderdom vertonen een neiging tot maniërisme.
Lit. C. Robert (PRE 5, 1856-1859). E. Paribeni (EAA 3, 178-181). - E. Pottier, Duris (Paris 1904). P. Arias/M. Hirmer, Tausend Jahre griechischer Vasenmalerei (München 1960) afbeeldingen 143-148. J. Beazley, Attic Red-figure Vase-painters (Oxford 1963) 425-451. M. Wegner, D. (Münster 1968). [J. A. de Waele]
2. Duris van Samos (ca. 340 - ca. 270), griekse staatsman en veelzijdig auteur, leerling van Theophrastus. Duris was een tijdlang ’tyran’ van Samos, maar hierover is niets naders bekend. Van zijn vele werken, waarvan slechts fragmenten bewaard zijn, noemen we:
1. ’Ιστοριαι in minstens 23 boeken, een geschiedenis van ca. 370 tot ca. 280 vC.
2. Τα περι Αγαθοκλεα (Geschiedenis van Agathocles) in vier boeken, gewoonlijk als de voornaamste bron van Diodorus Siculus’ boeken 19, 20 en 21 aangemerkt.
3. Σαμιων ωροι (Kroniek van Samos).
4. Περι τραγωδιας (De tragedie).
5. Περι ζωγραφιας (De schilderkunst).
6. Περι τορευτικης (Ciseleerkunst).
Duris verdedigde tegenover → Ephorus en Theopompus de opvatting dat de geschiedschrijver zijn verhaal moet dramatiseren, zodat de lezer er genoegen aan beleeft.
Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 2 A en 2 C (Berlin 1926 — Leiden 19611963) no. 76. - E. Schwartz (PRE 5, 1853-1856). [Nuchelmans]
