Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

DERTIG

betekenis & definitie

1.

OTische benaming van een om David gegroepeerd keurkorps, dat in de geschiedenis van Israël beroemd is gebleven. David, die lange tijd al zijn moed en behendigheid moest aanwenden om zijn veiligheid te verzekeren, oefende op vele moedige mannen een grote aantrekkingskracht uit. Onder deze ’helden’ muntten uit de Drie en de Dertig. Van laatstbedoelden, wier aantal niet strikt genomen moet worden, worden de namen zowel in 2Sm (23, 24-39) als in 1Kr (11, 26-47) opgesomd. Sm geeft naast enkele varianten 32 namen, terwijl op het eind van de lijst gezegd wordt: ’in totaal waren er dus 37’, Kr. geeft 47 namen.Lit. K. Elliger, Die dreissig Helden Davids (PJb 31, 1935, 29-75 = Kleine Schriften z. A.T., München 1966, 72-118). B. Mazar, The Military Elite of King David (VT 13, 1963, 310320). [v.d. Bom]

2. Dertig (οι Τριακοντα), reeds in de oudheid gebruikelijke benaming voor de groep van oligarchen die in de zomer van 404 vC op voorstel van Dracontides door de atheense volksvergadering met de opstelling van een nieuwe constitutie werd belast. Het vredesverdrag met Sparta eiste het herstel van de ’staatsvorm der vaderen’, hetgeen door de oligarchische partij, die de steun genoot van → Lysander en de Spartaanse bezetting op de acropolis, natuurlijk op haar wijze werd uitgelegd. In plaats van een nieuwe grondwet te maken stelden de Dertig onder leiding van → Theramenes en de begaafde maar meedogenloze Critias een waar schrikbewind in; alle lastige tegenstanders werden uit de weg geruimd. Niet minder dan 1500 atheense burgers vielen door beulshanden, vele anderen, o.a. → Thrasybulus, vluchtten.

Tenslotte keerden de Dertig zich tegen hun eigen aanhangers, en wel tegen de door Theramenes geleide gematigde vleugel van de oligarchen. Theramenes werd terechtgesteld. Aan deze terreur kwam een einde doordat Thrasybulus in het voorjaar van 403 met een kleine groep atheense ballingen enkele strategische punten in Attica, o.a. Phyle en Munichia, bezette. Critias en zijn neef Charmides kwamen in straatgevechten om het leven. De heerschappij der Dertig werd gevolgd door het optreden van een college van Tien met gematigde oligarchische opvattingen. Een verzoening tussen de oligarchen, die door koning Pausanias van Sparta niet langer gesteund werden, en de democraten kwam eerst in de zomer van 403 vC tot stand; een algemene amnestie, waarvan alleen de nog overgebleven Dertig en de leden van het college van Tien uitgesloten waren, volgde. Inmiddels hadden radicale oligarchen Eleusis bezet en wisten zich daar nog tot 401 te handhaven.

Lit. Xenophon, Hellenica 2, 2-4. Aristoteles, Αθηναιων πολιτεια 34-41. - T. Lenschau (PRE 6A, 2355-2377). - O. Blank, Die Einsetzung der Dreissig zu Athen im Jahre 404 v. Chr. (Diss. Freiburg, Würzburg 1911). O. Armbruster, Über die Herrschaft der Dreissig zu Athen (Diss. Freiburg 1913). [Nuchelmans]

< >