Wat is de betekenis van dertig?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dertig

telw., 1. hoofdtelw., driemaal tien ; — zelfst.: de dertig (stuks) kosten mij...; over de dertig (personen); — een dertig boeken, ongeveer dertig ; — hij is in de dertig, hij is enige jaren ouder dan 30 jaar ; — diep in de dertig, bijna 40 jaar ; — het of de dertig, bw....

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dertig

dertig - Hoofdtelwoord 1. 3x10, in Arabische cijfers 30, in Romeinse cijfers XXX.     ♢ 30 is het aantal dagen in de maanden april, juni, september en november. dertig - Zelfstandignaamwoord 1. het getal 30 Woordherkomst afgeleid van drie met het achtervoegsel -tig

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dertig

dertig - telwoord uitspraak: der-tig 1. drie keer tien ♢ zijn moeder wordt al dertig Telwoord: der-tig

2025-07-25
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

DERTIG

1. OTische benaming van een om David gegroepeerd keurkorps, dat in de geschiedenis van Israël beroemd is gebleven. David, die lange tijd al zijn moed en behendigheid moest aanwenden om zijn veiligheid te verzekeren, oefende op vele moedige mannen een grote aantrekkingskracht uit. Onder deze ’helden’ muntten uit de Drie en de Dertig. Van laatstbedoe...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dertig

num., tritich.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dertig

telw. (driemaal tien): de - voorbij, de leeftijd van 30; z. dertien.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dertig

('dertәch) [der, drie + tig, tien] 1. telw. a. hoofdtelw. driemaal tien: jaar; met zijn -en. Gez. de voorbij, de leeftijd van 30 jaar; in de zijn, enige jaren ouder dan 30; een -, omstreeks 30. b. rangtelw. dertigste: in het jaar -, 1830 of 1930. 2. v. dertig als cijfer.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dertig

telw.. 1. hoofdtelw., driemaal tien: september heeft dagen; zelfst.: de (stuks) kosten mij ...; over de dertig (personen); een dertig boeken, ongeveer dertig; hij is in de dertig, hij is enige jaren ouder, dan 30 jaar; diep in de -, bijna 40 jaar; het of de dertig, bw. bep., bij dertig (wijze van verkoop); 2. zelfst. gebruikt in verbogen vorm, der...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

dertig

dertig telw. '30' categorie: geleed woord Mnl. dertich [1220-40; CG II, Aiol], daertich [1274; CG I,263], dartich [1294; CG I,2737, Brugge] en dortich [1290; CG I,1503, Holland]. Gevormd uit het telwoord drie en een pgm. zn. *tegu- 'tiental' (zie ...