Naam van enkele romeinse colleges van tien leden, o.a.
1. Decemviri consulari imperio legibus scribundis.
Tijdens de standenstrijd werd in 451 vC onder opschorting van de bestaande constitutie dit patricische college met buitengewone volmachten ingesteld ter codificatie van het recht. Na een voorstudie over grieks recht redigeerde het tien tabulae, waaraan een tweede college, dat ook plebejers bevatte, er in 450 nog twee toevoegde (zie Wetten der Twaalf Tafelen, Leges XII Tabularum). Wegens machtsmisbruik zouden de decemviri in 449 door een revolte tot heengaan zijn gedwongen.
Lit. Diodorus Siculus 12, 24-26. Livius 3, 31-55. Dionysius van Hallcarnassus 10, 54-60. - B. Kübler (PRE 4, 2257-2260). - W. Soltau, Der Dezemvirat in Sage und Geschichte (Zeitschrift der Savigny-Stiftung flir Rechtsgeschichte 1917, 1-20). E. Taubler, Untersuchungen zur Geschichte des Dezemvirats und der Zwölftafeln (Berlin 1921). J. Elmore, The Purpose of Decemviral Legisladon (Classical Philology 1922, 128-i41).
2. Decemviri (st)litibus iudicandis
Rrechterlijk college, bevoegd inzake vrijheidskwesties en burgerrecht. Zij behoorden tot de magistratus minores (XXVIviri) en werden oorspronkelijk door de praetor urbanus benoemd, later door de comitia tributa gekozen. Augustus, die hen uit de ridderstand nam, droeg hun taak over aan de recuperatores en maakte de decemviri tot voorzitters van de centumvirale rechtbanken (zie centumviri), wat zij tot in de 3e eeuw nC bleven.
Lit. B. Kübler (PRE 4, 2260-2265).
3. Decemviri sacris faciundis.
Een uit de koningstijd stammende priesterschap van twee patriciërs (duoviri) werd in 367 vC uitgebreid tot een college van vijf patriciërs en vijf plebejers en door Sulla op vijftien leden gebracht (quindecimviri). Zij bewaarden en raadpleegden bij rampen en wondertekenen de sibyllijnse boeken (zie Sibylle); de dan te treffen maatregelen behoorden tot de ritus Graecus van Apollo van Cumae. Later oefenden de decemviri ook toezicht uit op de officiële vreemde erediensten te Rome.
Lit. G. Radke (PRE 24, 1114-1148 s.v. Quindecimviri). - J. Gagé, Apollon romain. Essai sur le culte d'Apollon et le développement du cultus Graecus à Rome des origines à Auguste (Paris 1955).
4. Decemviri agris dividundis
Een commissie die naar behoefte werd ingesteld - bv. bij het stichten van een → colonia - en belast met de toewijzing van percelen van de → ager publicus.
Lit. B. Kübler (PRE 4, 2265). [A. J. Janssen]