Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

COMITIA

betekenis & definitie

De Romeinen onderscheidden drie soorten van volksvergaderingen: comitia, → contiones en → concilia.

Comitia waren vergaderingen van het gehele volk, bijeengeroepen met inachtneming van de auspicia door een magistraat die het ius agendi cum populo bezat, met het doel politieke besluiten te nemen, magistraten te kiezen of recht te spreken. In de comitia gold de relatieve meerderheid, behaald in elk van de groepen waarin de comitia waren verdeeld, als één stem: in de groepen kwam de meerderheid door hoofdelijke, sinds 131 vC geheime, stemming tot stand. Omdat het romeinse volk verdeeld was in → curiae, centuriae en tribus, waren er comitia curiata, comitia centuriata en comitia tributa.1. Comitia curiata, de oudste en oorspronkelijk de enige romeinse volksvergadering; de romeinse gentes waren sinds de koningstijd gegroepeerd in 30 curiae. De bevoegdheden van de comitia curiata werden in de eerste eeuwen der republiek geleidelijk beperkt ten gunste van de andere comitia. In historische tijd kwam deze vergadering nog slechts bijeen om de benoeming van magistraten (door een lex curiata de imperia), adopties en testamenten te bekrachtigen, hetgeen steeds meer een loutere formaliteit werd. In Cicero’s tijd werden de 30 curiae bij de vergaderingen vertegenwoordigd door 30 lictoren! De comitia curiata werden in de regel bijeengeroepen en voorgezeten door de pontifex maximus; ze vonden plaats op het → comitium.
2. In de comitia centuriata, die volgens de overlevering ingesteld waren door koning Servius Tullius, vergaderde en stemde het romeinse volk gegroepeerd in centuriae, waarvan het aantal tot ca. 240 vC 193, daarna vermoedelijk ca. 350 bedroeg. Deze vergadering koos de consuls, praetoren en censoren, nam besluiten over oorlog en vrede en stemde over wetsvoorstellen; voorts diende zij als beroepsinstantie tegen de doodstraf en ambtelijke vonnissen. De comitia centuriata, die vergaderden op de Campus Martius, werden geconvoceerd en gepresideerd door een consul of praetor. Tot ca. 240 vC beschikten de 98 centuriae der hoogste vermogensklassen over de absolute meerderheid der stemmen; de lagere klassen kwamen gewoonlijk niet eens aan stemming toe. Door de centuriënhervorming die tussen 240 en 218 tot stand kwam werd de invloed der hoogste klassen verminderd.
3. Comitia tributa. Sinds de 5e eeuw vC kwamen de plebejers bijeen in → concilia plebis om, gegroepeerd naar territoriale → tribus, de → tribuni en aediles plebis te kiezen en andere besluiten te nemen (plebiscita). Vanaf 287 vC (lex Hortensia) toen de plebiscita met leges gelijkgesteld werden en aldus rechtskracht voor het gehele volk verkregen, werden de concilia plebis gewoonlijk concilia tributa plebis genoemd en waarschijnlijk ook door talrijke patriciërs bijgewoond. Deze vergaderingen werden door een volkstribuun bijeengeroepen en voorgezeten; ze vonden gewoonlijk plaats op het Capitool.

Naar het voorbeeld van de concilia tributa plebis vergaderde sinds de 4e (?) eeuw vC ook het gehele romeinse volk in concilia tributa populi. In deze concilia, die geleid werden door een consul of praetor, kozen patriciërs en plebejers samen de quaestoren, de curulische aedielen en de krijgstribunen. Na 287 werd ook over de meeste wetsvoorstellen in de concilia tributa populi gestemd.

Hoewel bij de concilia de soevereiniteit van het romeinse volk berustte, was in de praktijk hun invloed toch vrij beperkt doordat ze niet op eigen initiatief konden vergaderen en het recht van amendement misten; daarbij kwam dan nog de eigenaardige getrapte manier van stemmen en het feit dat concilia geschorst of de besluiten ongeldig verklaard konden worden op grond van - gemakkelijk te ensceneren - auspicia. Verder woonden in de laatste eeuw van de republiek een groot aantal burgers buiten Rome, waar uitsluibij benadering vast te stellen uit de toespelingen, die tend de concilia werden gehouden, zodat velen de vergaderingen nooit bij konden wonen. In de keizertijd verloren ze alle betekenis: Tiberius droeg de verkiezing der magistraten aan de senaat op.

Lit. W. Llebeman (PRE 4, 679-715). - G. W. Botsford, Roman Assemblies (1909). A. Roos, Concilia tributa, Concilium plebis. Leges. Plebiscita (Med. Ned. Acad. Wetenschappen, Afd. Letterkunde 3, 9, Amsterdam 1940). L. R. Taylor, The Voting Districts of the Roman Republic (Rome I960). U. Hall, Voting Procedure in Roman Assemblies (Historia 13, 1964, 267-306). L. R. Taylor, Roman Voting Assemblies from the Hannibalic War to the Dictatorship of Caesar (Ann Arbor zonder jaartal). [Nuchelmans]

< >