Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

COS

betekenis & definitie

Cos (Κως), op Rhodus na het grootste eiland van de Sporaden (lengte 43 km, breedte 2 à 11 km, oppervlakte 282 km2), is gelegen voor de zuidwestkust van Klein-Azië, waar het de Sinus Ceramicus of Golf van Cos afsluit.

Het eiland werd door de Achaeërs en Doriërs gekoloniseerd; vanuit Griekenland zou ook de cultus van → Asclepius op Cos gekomen zijn. Nadat Cos bij Salamis aan perzische zijde gestreden had, sloot het zich aan bij de attischdelische zeebond (477-412) en was later ook lid van de tweede zeebond. Eerst in 366 vC werd door συνοικισμος de stad Cos gesticht, die lid werd van de dorische pentapolis. In de hellenistische tijd stond het eiland voornamelijk onder invloed van de Ptolemaeën, die het vele gunsten verleenden. Toen was er ook een dichterschool gevestigd, met als leidende figuren → Philetas, Theocritus en Herondas. Ca. 118 vC werd Cos als civitas libera bij de provincie Asia ingelijfd. Onder de Romeinen maakte het opnieuw een periode van bloei door. Beroemd waren de fijne, doorzichtige gewaden van Cos. Het eiland werd herhaaldelijk door aardbevingen geteisterd, het hevigst in 412 vC, 142 nC, 469 nC en 554 nC; in het laatste jaar werd de stad vrijwel volledig verwoest.De stad Cos, gelegen op de noordoostkust, bezat verschillende heiligdommen, o.a. van Aphrodite Pandemus, van Heracles en van Dionysus; behalve resten daarvan zijn ook de grote markt (ca. 150 x 82 m), een stadion, een gymnasium en een odeon teruggevonden. Het Asclepieum, dat ca. 4 km buiten de stad lag en sinds 1902 door de archeologen onderzocht is, was een centrum van de antieke geneeskunde (zie Hippocrates). Het complex bestond sinds de 3e eeuw vC uit drie terrassen. Het onderste is een plein, omgeven door zuilengangen, op het tweede lag de oudste cultusplaats, de ionische tempel B (4e eeuw), terwijl de monumentale dorische tempel (17 x 33 m, 6x11 zuilen) uit de 2e eeuw vC het bovenste, met cypressen beplante, plateau bekroonde. Dit Asclepieum wordt door Herondas in zijn vierde mimiambe levendig beschreven (ca. 270 vC).

Lit. L. Bürchner (PRE 11, 1467-1480). L. Laurenzi (EAA 2, 795-800). - R. Herzog/P. Schazmann, Kos. 1. Das Asklepieion (Berlin 1932). A. Neppi Modona, L’isola di Cos nell’ antichita classica (Bergamo 1933). G. Susini, Nuove scoperte sulla storia di Coo (Bologna 1957). Kirsten/Kraiker, Griechenlandkunde4 560-570. - Opgravingsverslagen en andere belangrijke publicaties ook in het tijdschrift Clara Rhodos sinds 1, 1928. [J. A. de Waele]

< >